Bedieningspaneel; Let Op Omgevingstemperatuur En Beluchting - Siemens gs..v serie Gebrauchsanleitung

nl

Bedieningspaneel

Afb. 2
1 Toets Aan/Uit
Door het knipperen van een van de
temperatuurlampjes afb. 2/3 wordt
aangegeven dat het apparaat in
werking is.
2 Insteltoets voor de temperatuur
De temperatuur in de diepvriesruimte
kan van -16 °C tot -32 °C worden
ingesteld .
De toets net zo vaak indrukken tot het
gewenste temperatuurindicatielampje
brandt.
3 Temperatuurlampjes
(geven 2 verschillende
temperatuurbereiken aan)
a) Ingestelde temperatuur
De cijfers bij de temperatuurlampjes
geven de temperatuur in de
diepvriesruimte in °C aan.
Het brandende lampje geeft de
ingestelde temperatuur aan.
b) De temperatuurindicatie
knippert
Als het in de diepvriesruimte te warm
is.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan de temperatuurindicatie
knipperen
- bij het in gebruik nemen van het
apparaat.
- bij het inladen van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen.
- als de deur van de diepvriesruimte
te lang geopend werd.
50
4 super" Toets
(Supervriezen)
Om het supervriessysteem in en uit
te schakelen.
Vóór het inladen van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen
(meer dan 2 kg) het
supervriessysteem inschakelen.
Doorgaans is 4-6 uur van tevoren
voldoende. Wilt u de invriescapaciteit
ten volle benutten, dan moet het
supervriessysteem al 24 uur tevoren
worden ingeschakeld.
Na ca. 2,5 dagen schakelt het
apparaat automatisch om naar de
vóór het supervriezen ingestelde
temperatuur.
Let op omgevings
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven
bij welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt kan worden. Het
typeplaatje bevindt zich links onderaan in
het apparaat.
klimaatklasse toelaatbare
omgevingstemperatuur
+10 °C tot 32 °C
SN
+16 °C tot 32 °C
N
+18 °C tot 38 °C
ST
+18 °C tot 43 °C
T