De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de beschikbare ruimte van het interne geheugen of "Memory Stick" (blz. 17). Als
•
er geen beschikbare ruimte is, voer dan één van de volgende handelingen uit:
Wis overbodige beelden (
–
Plaats een andere "Memory Stick".
–
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
•
(blz. 89).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet de modusdraaiknop in een andere positie dan
•
opneemt.
Zet de modusdraaiknop op
•
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
Doe het volgende:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 89).
–
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
Zet de modusdraaiknop in een andere positie dan
•
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 26). Dit is normaal.
•
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg
•
ervoor dat u tijdens de opname de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 10 cm voor groothoek-W/50 cm voor telefoto-T (
dit eerst").
(Schemerstand) of
•
opnemen van stilstaande beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
•
(blz. 30).
Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 31.
•
De zoomfunctie werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 44).
•
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
•
Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 44).
stap 6 in "Lees dit eerst").
t
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
(Landschapmodus) is gekozen in de Scènekeuzefunctie bij het
en
als u stilstaande beelden
(blz. 25).
t
stap 5 in "Lees
NL
77