B Wechselspannungsmessung (True Rms) - Conrad VC - 607 Bedienungsanleitung

Jeder Tastendruck erhöht den Meßbereich um eine 10-er-Potenz
(z.B. 1.000 V => 10.00 V).
Wenn Sie zurück zur automatischen Bereichswahl gelangen wollen,
betätigen Sie den Taster RANGE ca. 1s. Daraufhin erscheint erneut
das Symbol "AUTO".

B Wechselspannungsmessung (True rms)

Achtung!
Überschreiten Sie auf keinen Fall die max. zulässi-
gen Eingangsgrößen, auch nicht bei der Messung
von überlagerten Gleichspannungen (z.B. Brumm-
spannung). Max. 750 VAC rms.
Berühren Sie keine Schaltungen oder Schaltungs-
teile, wenn Sie höhere Spannungen als 25 VACrms
oder 35 VDC darin messen.
Zur Messung von Wechselspannungen gehen Sie wie folgt vor:
1. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM- Buchse
(mitte) und die rote Meßleitung mit der Buchse "VOLT" (rechts).
2. Stellen Sie den Drehschalter auf "V~".
3. Verbinden Sie die Meßspitzen mit dem Meßobjekt (Last, Schal-
tung usw.).
4. Der augenblickliche Meßwert wird abgebildet.
Der Wechselspannungsmeßbereich "V~" weist einen Eingangswid-
erstand von ca. 10 MOhm parallel zu max. ca. 100 pF auf.
Hinweise!
Dadurch daß der Meßeingang sehr empfindlich ist kann es
sein, daß bei freiliegenden Meßleitungen (nicht mit einem Meß-
18
"HOLD MIN". De meting is al gestart. Indien een kleinere meet-
waarde dan de weergegeven waarde registreert wordt, stelt de
weergave zich in op de nieuwe waarde. Hierbij hoort u een akoe-
stisch signaal.
Om deze minimumwaardefunctie te verlaten, moet u twee keer op
de toets "MAX MIN" drukken.
Aanwijzing!
Bij de minimale en maximale waarderegistratie is de barograaf
onder de weergegeven meetwaarde altijd actief, net als een
naald voor een analoge weergave. Voordat de weergave de
nieuwe getalwaarde laat zien, heeft de barograaf deze met zijn
uitslag al "gemeld".
Wordt bovendien de HOLD-toets gedrukt, wordt de hele weer-
gave incl. die van de barograaf ingevroren (vastgehouden).
A4 ZERO
De toets "ZERO" heeft hier een dubbele functie. Aan de ene kant is
deze voor de referentiewaardemeting (relatieve waarde) en aan de
andere kant is deze voor de zogenoemde nulafstemming (alleen) bij
de gelijkstroommeting. De toets moet zeker dan gebruikt worden,
wanneer de gelijkstroomweergave zonder stroomdraad in de tang
"huisnummers" laat zien.
Druk een keer op de toets "ZERO". De weergave moet hierop,
onafhankelijk van de vorige meetwaarde, "00.0" aangeven. In de
hoofdregel op het display wordt het symbool "ZERO" weergege-
ven. Voer uw meting uit. Nu wordt het verschil tussen de vastge-
houden en de momenteel gemeten waarde weergegeven. Heeft u,
bijv. bij +20 VDC de toets "ZERO" ingedrukt en meet u nu een
spanning van 12 VDC, komt een weergaven van -8 VDC.
Aanwijzing!
Bij de weerstandsmeting wordt de overloopweergave in de vorm
van een knipperende "4" in een knipperende "0" omgevormd.
99