Gebruik van drukvaten
Wie een drukvat gebruikt is gehouden die in een
•
behoorlijke staat te houden, naar behoren te ge-
bruiken, te bewaken, vereiste onderhouds- en
herstelwerkzaamheden onmiddellijk te verrichten
en de veiligheidsmaatregelen te nemen die naar-
gelang de omstandigheden nodig zijn.
De toezichthoudende autoriteit kan van geval tot
•
geval noodzakelijke bewakingsmaatregelen op-
leggen.
Een drukvat mag niet worden gebruikt als hij ge-
•
breken vertoont waardoor tewerkgestelde of der-
den in gevaar worden gebracht.
Controleer het drukvat voor elk gebruik op roest
•
en beschadigingen. De compressor mag niet met
een defect of roestig drukvat in werking wor-
den gesteld. Indien u beschadigingen vaststelt,
gelieve zich tot de klantendienst- werkplaats te
wenden.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed.
6. Technische gegevens
Aansluiting op het net
Motorvermogen W
Bedrijfsmodus
Compressortoerental
t/min.
Drukvatvolume (in liter)
Werkdruk
Theoretisch aanzuigvermogen
l/min
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Bescherming type
Gewicht van het toestel
in kg
Olie
(15W 40) l
Opstelhoogte
max. (boven zeespiegel
De geluidsemissiewaarden zijn bepaald conform
EN ISO 3744.
Draag een gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
114
NL
230 V ~ 50Hz
2200
S1
2850 min
-1
50
ca. 8 bar
ca. 412
97 dB(A)
2,03 dB
IP20
ca. 52,7
ca. 0,25
1000 m
7. Vóór ingebruikneming
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaat-
je overeenkomen met de gegevens van het stroom-
net alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Controleer het toestel op transportschade. Het
•
transportbedrijf dat de compressor geleverd
heeft onmiddellijk op de hoogte stellen van even-
tuele schade.
De compressor dient in de nabijheid van de ver-
•
bruiker te worden opgesteld.
Lange luchtleidingen en lange toevoerleidingen
•
(verlengkabels) moeten worden verme- den.
Ervoor zorgen dat de aanzuiglucht droog en stof-
•
vrij is.
De compressor niet in een vochtige of natte
•
ruimte opstellen.
De compressor mag slechts in gepaste ruimten
•
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mogen
geen stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlam-
bare gassen aanwezig zijn.
De compressor is geschikt voor gebruik in droge
•
ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in zones
waarin met spatwater wordt gewerkt.
Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de com-
•
pressorpomp te worden gecontroleerd.
8. Montage en bediening
Let op!
m
Voor ingebruikneming het toestel zeker volledig
monteren!
Voor de montage hebt u nodig:
2 platte open sleutels van 17 mm (niet bij de leve-
ringsomvang begrepen)
2 platte open sleutels van 14 mm (niet bij de leve-
ringsomvang begrepen)
8.1
Montage van de wielen (Fig. 5)
Monteer de bijgaande wielen zoals voorgesteld.
•
Montage van de standvoet (2x) (Fig. 6)
8.2
Monteer de bijgaande standvoet zoals voorge-
•
steld.
Montage van de luchtfilter (2x)(Fig. 7,8)
8.3
Verwijder de transportstop (A) en draai de luchtfi
•
lter (14) op het toestel vast.
Vervangen van het transportdeksel (B) (Fig.
8.4
9,10)
Verwijder het transportdeksel van het olievulgat
•
(19) en plaats de bijgaande oliesluitdop (15) in
het olievulgat.
Aansluiting op het net
8.5
De compressor is voorzien van een netkabel met
•
veiligheidsstekker. Deze kan worden aangeslo-
ten op elk veiligheidsstopcontact 230 V ~ 50 Hz
dat beveiligd is door een zekering van 16 am-
père.