Inhaltsverzeichnis
Werbung
• Meßgeräte und Zubehör sind kein Spielzeug und gehören somit
keinesfalls in Kinderhände !
• In gewerblichen Einrichtungen sind die Unfallverhütungsvor-
schriften des Verbandes der gewerblichen Berufsgenossen-
schaften für elektrische Anlagen und Betriebsmittel zu beachten.
• In Schulen, Ausbildungseinrichtungen, Hobby- und Selbsthilfe-
werkstätten ist der Umgang mit Meßgeräten durch geschultes
Personal verantwortlich zu überwachen.
• Seien Sie besonders vorsichtig beim Umgang mit Spannungen
größer 25 V Wechsel- (AC) bzw. größer 35 V Gleichspannung
(DC). Bereits bei diesen Spannungen können Sie bei Berührung
elektrischer Leiter einen lebensgefährlichen elektrischen Schlag
erhalten.
• Schalten Sie somit zunächst die Stromquelle stromlos, verbinden
Sie die Zange mit der zu messenden Stromquelle, stellen Sie am
Meßgerät den erforderlichen Strommeßbereich ein und schalten
Sie danach die Stromquelle ein. Nach Beendigung der Messung
schalten Sie die Stromquelle stromlos und entfernen die Strom-
zange von der Stromquelle.
• Vor jedem Wechsel des Meßbereiches ist die Stromzange vom
Meßobjekt (Stromschiene, Leitung usw.) zu entfernen.
• Vor jeder Strommessung müssen die Meßleitungen, mit der Iso-
lationskappe versehen, in die Meßleitungsaufnahme in der
Gehäuseunterseite eingedrückt werden.
• Überprüfen Sie vor jeder Messung Ihr Meßgerät auf Beschä-
digung(en). Führen Sie auf keinen Fall Messungen durch, wenn die
schützende Isolierung beschädigt (eingerissen, abgerissen usw.)
ist.
• Vermeiden Sie bei jeder Messung, vor allem bei einer Strommes-
sung, eine zu hohe Luftfeuchtigkeit, Dampf. Bei der Durch-
8
Zodra er "OL" (voor Overload = overbelasting of overloop) op
het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden re-
sp. is het meettraject onderbroken.
E Wisselstroommeting
Voor de meting van wisselstromen met behulp van de stroomsen-
sor (in de tangopening) moeten de meetpunten van de meetsnoe-
ren met de meegeleverde isolatiekappen afgeschermd worden (tot
de aanslag). De geïsoleerde testpunten moeten in de hiervoor aan-
wezige behuizingsopeningen aan de onderkant van de behuizing
ingeklemt worden.
Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt:
Stel de draaischakelaar in op "A~".
Omsluit niet meer als een geïsoleerde draad in een enkelfasig sy-
steem of meerdere geïsoleerde draden van een meerfasig systeem.
Let op!
Iets onder de opening van de "tangopening" (stroom-
sensor) bevindt zich een handbescherming, een
kunststofverdikking. Grijp tijdens het meten / tijdens
het omsluiten van draden of een stroomrail nooit bui-
ten de handbescherming -- LEVENSGEVAAR !
De draad/draden moet(en) zich vrij in het stroomsensorbereik
("tangopening") laten bewegen. Let tijdens het aflezen erop, dat de
draden zich zo goed als mogelijk in het centrum (in het midden van
de opening) befinden.
Let op!
Meet geen stromen in stroomkringen, waarin span-
ningen > 600 VDC resp. 600 VACrms aanwezig kun-
nen zijn, hierdoor kan het meetapparaat bescha-
digd worden en voor uw zou een levensgevaarlijke
situatie kunnen ontstaan. Meet beslist geen stro-
men boven 200 A.
69
Werbung
Inhaltsverzeichnis
