Zorg voor het product
Opslag en transport
Ter voorkoming van ernstig letsel bij kinderen en dieren, dien je de volgende
regel in acht te nemen:
1. Kleine onderdelen zoals kabels en banden, zijn gevaarlijk als ze worden
ingeslikt. Houd alle onderdelen buiten bereik van kinderen en dieren.
1. Bewaar de Intelligent Flight Battery en afstandsbediening op een koele, droge plaats
buiten bereik van direct zonlicht om ervoor te zorgen dat de ingebouwde LiPo-accu
NIET oververhit raakt. Aanbevolen opslagtemperatuur: tussen 22° en 28 °C (71° en
82 °F) voor opslagperiodes van meer dan drie maanden. Sla het product nooit op in
omgevingen buiten het temperatuurbereik van 0° tot 45 °C (32° tot 113 °F).
2. Zorg ervoor dat de camera NIET in contact komt met water of andere
vloeistoffen, of hierin wordt ondergedompeld. Als het nat wordt, dient het met
een zachte, absorberende doek te worden afgedroogd. Het inschakelen van
een drone die in het water is gevallen kan blijvende schade aan de onderdelen
veroorzaken. Gebruik GEEN producten op basis van alcohol, benzeen,
verdunners of andere brandbare stoffen voor het reinigen en onderhoud van de
camera. Sla de camera NIET op in vochtige of stoffige omgevingen.
3. Sluit dit apparaat NIET aan op een USB-interface die ouder is dan versie 2.0.
Sluit dit product niet aan op een "power USB" of soortgelijke apparaten.
Onderhoud
1. Controleer elk onderdeel van de drone na elke neerstorting of krachtige botsing.
Als je problemen of vragen hebt, neem dan contact op met een door DJI erkende
dealer.
Vereisten voor vluchtcondities
Weersomstandigheden en omgeving
D e d r o n e i s o n t w o r p e n o m t e f u n c t i o n e r e n b i j g o e d e t o t m a t i g e
weersomstandigheden. Om botsingen, ernstig letsel en materiële schade te
voorkomen, dien je de volgende regels in acht te nemen:
1. Gebruik de drone NIET bij extreme weersomstandigheden. Hieronder vallen
een windsnelheid van meer dan 10 m/s (22,4 mph), sneeuw, regen, smog,
sterke wind, hagel, bliksem, tornado's of orkanen.
2. Houd het toestel tijdens de vlucht op ten minste 10 meter (30 ft) afstand van
obstakels, mensen, dieren, gebouwen, openbare infrastructuur, bomen en
water. Houd bij een grotere hoogte nog meer afstand van de bovengenoemde
voorwerpen of obstakels.
3. Wees EXTRA voorzichtig bij het bedienen van de drone in een gebouw.
Sommige functies van de drone, met name de stabilisatiefunctie, kunnen
worden beïnvloed.
©
104
2017 DJI Alle rechten voorbehouden.