WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
enz.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
10.1
Maaien met grasopvangbak
LET OP
Gebruik het product niet zonder volledig aangebrachte
grasopvangbak of zonder mulchinzetstuk.
LET OP
Grasopvangbak alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand mes wegnemen of aanbrengen.
10.1.1
Plaatsen van de grasopvangbak (5)
(afb. 9, 13)
1. Til de uitwerpklep (8) op.
2. Grijp de grasopvangbak (5) vast aan de draaggreep
(5a).
3. Hang de grasopvangbak (5) in de daarvoor bestemde
ophanging van de grasopvangbak aan de achterkant
van het product.
4. Verwijder de uitwerpklep (8), hierdoor wordt de gras-
opvangbak (5) in positie gehouden.
10.1.2
Vulpeilindicator (3) op de
grasopvangbak (5) (afb. 13)
De door het mes gegenereerde luchtstroom laat de vul-
peilindicator stijgen. Als de grasopvangbak is gevuld,
stopt de luchtstroom. Als de luchtstroom te laag is, daalt
de vulpeilindicator. Dit is een aanwijzing dat de grasop-
vangbak moet worden geleegd.
De onbegrensde werking van de vulpeilindicator is uitslui-
tend mogelijk bij een optimale luchtstroom. Externe in-
vloeden zoals nat, dicht of hoog gras, lage snijniveaus,
verontreiniging of dergelijke kunnen de luchtstroom en de
werking van de vulpeilindicator beïnvloeden.
• Klep openen: Grasopvangbak wordt gevuld
• Klep dicht: Grasopvangbak is gevuld
10.1.3
WAARSCHUWING
Voor het wegnemen van de grasopvangbak de mo-
tor uitschakelen en de stilstand van het mes af-
wachten.
LET OP
Gevaar voor letsel!
Grasopvangbak alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand mes wegnemen.
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen,
moet de grasopvangbak worden geleegd.
1. Om de grasopvangbak (5) weg te nemen, tilt u de uit-
werpklep (8) op.
2. Neem de grasopvangbak (5) aan de handgreep (5a)
er uit. Overeenkomstig het veiligheidsvoorschrift valt
de uitwerpklep (8) bij het uithangen van de grasop-
vangbak (5) dicht en sluit de uitwerpopeningen af.
Als er daarbij grasresten in de opening blijven hangen,
dan is het voor het makkelijker starten van de motor doel-
matig om de grasmaaier ongeveer 1 m terug te trekken.
LET OP
Resten snijgoed in de maaierbehuizing en op het werk-
gereedschap niet met de hand of met de voeten verwij-
deren, maar met geschikte hulpmiddelen, bijv. borstels
of een veger.
Om een goede verzameling te garanderen, moet de gras-
opvangbak (5) na gebruik worden gereinigd.
10.2
Maaien met mulchinzetstuk
Bij het mulchen wordt het snijgoed in de gesloten gras-
maaierbehuizing verkleind en weer over het gras ver-
deeld. Het opnemen van gras en de verwijdering verval-
len. Het fijne groene maaisel valt als een natuurlijke mest-
stof terug in de grasmat en brengt vocht in het gazon en
voorziet het van belangrijke voedingsstoffen.
AANWIJZING
Mulchen is alleen mogelijk bij relatief kort gras.
10.2.1
1. Til de uitwerpklep (8) op.
2. Neem de grasopvangbak (5) (indien geplaatst) aan de
draaggreep (5a) er uit.
3. Til de uitwerpklep (8) op en plaats het mulchinzetstuk
(13).
4. Stel de snijhoogte in (zie 9.1).
Aanwijzing:
Maai het gras ca. 2 cm terug bij een grashoogte van 4-6
cm.
www.scheppach.com
Legen van de grasopvangbak (5)
(afb. 9, 13, 14)
Mulchinzetstuk (13) plaatsen
(afb. 13, 15, 16)
NL | 73