►►6. ONTSTEKING VOOR
HANDBEDIENDE MODELLEN (... / ...M /
...DV / ...M DV)
BELANGRIJK: Bij de modellen ...DV / ...M DV
moet men de positie van de schakelaar voor
spanningsomschakeling controleren (220-
240V / 110-120V) (Fig. 11). Als de spanning
die op het apparaat is ingesteld niet overeen-
komt met de spanning die door het net wordt
geleverd, moet men de spanning gaan aan-
passen. Draai de 2 bevestigingsschroeven
van de afdekking los (Fig. 12), verplaats de
schakelaar op de waarde van de geleverde
spanning (Fig. 13) en monteer de afdekking
opnieuw (Fig. 14).
● 6.1. WERKWIJZE VERWARMING:
►6.1.1.Zet de schakelaar "O/I" op de stand "I"
(Fig. 15).
►6.1.2.Druk de gasknop helemaal in en houd de
knop ingedrukt (Fig. 16).
►6.1.3.Activeer de piëzo-elektrische ontsteking
helemaal en herhaaldelijk (Fig. 17), terwijl u de
gasknop ingedrukt houdt (Fig. 16).
►6.1.4.Na de ontsteking van de vlam houd u de
gasknop circa 15s ingedrukt (Fig. 18).
►6.1.5.Laat de gasknop opnieuw los (Fig. 19).
Wanneer er een onderbreking is in de elektri-
sche voeding of als er geen gas is, zal het ap-
paraat uitgaan. Het verwarmingsapparaat start
niet automatisch opnieuw op. Dit moet manueel
gebeuren door de procedure voor inschakeling
te herhalen.
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk als het
apparaat niet inschakelt (Par. "13. WERKINGS-
PROBLEMEN, OORZAKEN EN OPLOSSIN-
GEN").
● 6.2. WERKWIJZE VENTILATIE:
Het verwarmingsapparaat kan ook als ventilator
worden gebruikt. Sluit het verwarmingsapparaat
aan op het stopcontact (Fig. 10) Zet de schakelaar
"O/I" op de stand "I" (Fig. 15).
N.B.: Als het verwarmingsapparaat in mo-
dus verwarming aan het werk is, moet men
de correcte sequentie voor het uitschakelen
volgen voor de manuele modellen alvorens
over te gaan naar de modus ventilatie [Par.
"9. UITSCHAKELING VOOR HANDMATIGE
MODELLEN (... / ...M / ...DV / ...M DV)'].
►►7. ONTSTEKING VOOR ELEKTRO-
NISCHE MODELLEN (...ET)
►7.1.Zet de schakelaar "O/I" op de stand "I"
(Fig. 15).
►7.2.Druk op de knop 'RESET' (Fig. 20).
Het verwarmingsapparaat begint de sequentie
voor analyse en na circa 20÷30 s gaat de vlam
aan (zie werkingsschema Fig. 21).
Wanneer er een onderbreking is in de elektri-
sche voeding of als er geen gas is, zal het ver-
warmingsapparaat uitgaan. Het verwarmings-
apparaat start niet automatisch opnieuw op. Dit
moet manueel gebeuren door de "RESET" knop
in te drukken (Fig. 20).
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk als het
apparaat niet inschakelt (Par. "13. WERKINGS-
PROBLEMEN, OORZAKEN EN OPLOSSIN-
GEN").
AANDACHT: Wanneer het verwarmingsap-
paraat stilvalt door interventie van de omge-
vingsthermostaat (optioneel artikel), gebeurt
de heropstart van het apparaat automatisch
wanneer de temperatuur onder de ingestelde
drempel daalt.
►►8. AFSTELLING THERMISCH VER-
MOGEN
Afhankelijk van het type verwarmingsapparaat
kan de warmteafgifte van het apparaat worden
aangepast. Het verwarmingsvermogen kan
worden bijgeregeld door aan de knop te draaien
die op de basis van het verwarmingsapparaat zit
(Fig. 22), of op de drukregelaar die op de gasfles
is geïnstalleerd (Fig. 23), naargelang het model.
►►9. UITSCHAKELING VOOR HAND-
MATIGE MODELLEN (... / ...M / ...DV /
...M DV)
►9.1.Sluit de gasfles (Fig. 24).
►9.2.Laat de ventilator circa 60s werken, om in-
terne schade wegens oververhitting te vermijden
(interne koeling van het verwarmingsapparaat).
►9.3.Zet de schakelaar "O/I" op de stand "O"
(Fig. 25).
►9.4.Sluit het verwarmingsapparaat af van het
elektriciteitsnet (Fig. 26).
►9.5.Koppel het verwarmingsapparaat los van
de gastoevoerleiding (Fig. 27-28-29).
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
fi
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh