E4 — Buisvergrendelingsknop
E5 — Zuigslang
E6 — Hendeltje voor vloeistofdispenser
E7 — Zuigkrachtregelaar
E8 — Handgreep
E9 — Zuigleidingen
E10 — Schuif met hendelvergrendeling voor dispenser
F. Een donderende tip. Het wordt gebruikt om vloeistoffen uit tapijten, looppaden en
vloeren te zuigen. Via deze tip wordt ook de donderende vloeistof gespoten. Voor harde
vloeren wordt het samen met een hulpstuk gebruikt.
F1 — Een donderende tip
F2 — Bevestiging op harde vloeren
G. Tip voor zachte natte reiniging. Deze tip is geschikt voor het reinigen van meubelstof-
fering, gordijnen, enz. en voor het opzuigen van vloeistof van smalle oppervlakken.
G1 — Tip
H. Aanvullende uitrusting.
H1 — Kop met vloertapijt
H2 — Luchtverfrisser
H3 — Shampoo
H4 — Antischuimvorming
H5 — Bevestiging met sleuf
H6 — Turboborstel
H7 - Geïntegreerde borstel
H8 - Drukknoppen met sleuven/parkeerhaak
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Haal de stofzuiger samen met alle accessoires eruit, verwijder eventuele zakken, vulstoffen en
transportsloten.
2. Inspecteer alle onderdelen van de stofzuiger op mogelijke schade die kan ontstaan tijdens het
transport van het apparaat. Neem in geval van twijfel contact op met de verkoper.
3. Zorg ervoor dat de parameters van het elektrische netwerk dat de stofzuiger voedt, overeenko-
men met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat.
INSTALLATIE VAN EEN WASSTOFZUIGER MET WATERFILTER (FIGUUR 2)
1. Koppel de kortwasslang (C2) los die zich tussen de vloeistoftank (C1) en het motorsamenstel be-
vindt en trek deze voorzichtig uit de connector (Fig.2.1, 2.2). De aansluiting in de motoreenheid
bevindt zich aan de rechterkant van het HEPA-filter (A5).
2. Maak de aansluitingen los (B6) (figuur 2.3). Til het motorsamenstel met de handgreep op en verwij-
der de behuizing van het waterfilter (B2).
3. Maak de sloten (D3) los van de basis en til het waterreservoir (B1) en het reservoir met de donde-
rende vloeistof (C1) op (figuur 2.3).
4. Monteer de zwenkwielen (D2) aan de onderkant van de basis (D1) als ze nog niet eerder zijn ge-
monteerd.
5. Zorg ervoor dat het schuimfilter (A8) op de vlotterkamer (A7) is geïnstalleerd (figuur 2.4).
NL
91