afb.
op pagina 4
4. Sluit het camerasysteem aan (afb. ) volgens het bedradingsschema (afb. ).
afb.
op pagina 4
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
bn
bu
pk
wh
ye
bk
rd
ye
5. Test het videosysteem door een kalibratietest uit te voeren(zie
6. Markeer de positie van de camera's.
7.
Verwijder de tape en de camera's.
80
afb.
op pagina 5
Beschrijving
Monitorverbinding
Monitorverbinding
Monitorverbinding
USB-ingang
Zwarte stekker (jackplug): Infraroodontvanger voor de afstandsbediening
Triggerkabels
Zwarte stekker ("Front CAM"): camera voorzijde
Zwarte stekker ("Le CAM"): camera links
Zwarte stekker ("Right CAM"): camera rechts
Zwarte stekker ("Rear CAM"): camera achterzijde
IR-ontvanger
Bedieningspaneel
Bruine triggerkabel ("TRIG_WARD"): aansluiting op de pluskabel van het achteruitrijlicht.
Wanneer de achteruitversnelling is ingeschakeld, worden het bedieningspaneel en de achter-
uitrijcamera geactiveerd via deze kabel.
Blauwe triggerkabel ("TRIG_EXTEND"): Ingang controlesignaal voor vogelperspectiefweerga-
ve op volledig scherm (12 V-signaal).
Roze triggerkabel: Uitgang besturingssignaal om een scherm in te schakelen (12 V-signaal).
Witte triggerkabel ("TRIG_L"): aansluiting op de pluskabel van de linker richtingaanwijzer.
Wanneer de linker richtingaanwijzer is ingeschakeld, worden het bedieningspaneel en de be-
treffende camera geactiveerd via deze kabel.
Gele triggerkabel ("TRIG_R"): aansluiting op de pluskabel van de rechter richtingaanwijzer.
Wanneer de rechter richtingaanwijzer is ingeschakeld, worden het bedieningspaneel en de
betreffende camera geactiveerd via deze kabel.
Zwarte kabel ("GND"): aansluiting op massa (klem 31)
Rode kabel ("DC 12–32V"): Aansluiting op positieve constante accu (klem 30). Maakt onder
andere opslag van datum en tijd mogelijk (recorderfunctie).
Gele kabel ("ACC:): Aansluiting op het ACC-contact (klem 15).
Het videosysteem
kalibreren).