STIEBEL ELTRON KV 30 Bedienung Und Installation Seite 45

INSTALLATIE
MONTAGEHANDLEIDING KV
2.4 Eerste ingebruikname
Na de montage van de veiligheidsmodule gaat u als volgt te
werk:
Controle van de drukregelaar (5, enkel KV 40)
E
Aftrekken van de afdekkap
4
F
Afsluiter sluiten
4
»
Zet de watertoevoerleiding open (etageafsluiting e.d.)
»
Sluit de afsluiter ( 4) door na het aftrekken van de afdekkap met
het handwiel naar rechts te draaien
»
Verwijder de manometerschroef (
manometer
»
Open de afsluiter opnieuw en controleer de druk
Als de achterdruk niet overeenkomt met de vereiste nominale
waarde, moet worden bijgeregeld door de stelschroef naar
+ of - te draaien. Tap ter controle kort water af. Als de druk toch
stijgt, is het regelinzetstuk vuil. Maak het regelinzetstuk schoon!
Controle van de veiligheidsklep
G
Draaikap op bovendeel van veiligheidsklep opendraaien
2
www.stiebel-eltron.com
6
6
5
6) en vervang ze door de
»
Zet de veiligheidsklep open. Open, na het aftrekken van de
afdekkap, het bovendeel (2) van de veiligheidsklep door de
draaikap naar links te draaien. Daardoor moet er water via de
afvoertrechter weglopen.
»
Tap warm water af tot de verwarming inschakelt.
Tijdens het opwarmen moet er expansiewater via de afvoertrechter
wegdruppelen; als de opwarming voltooid is, moet het druppelen
ophouden. Als er geen water uitloopt, controleert u de goede
werking van de terugslagklep. Als er ook water na het opwarmen
uitloopt:
»
Controleer het bovendeel van de veiligheidsklep op vervuiling.
»
Controleer de voordruk. Als deze groter is dan 0,5 MPa, een
drukregelaar (5) voorzien.
»
Controleer de goede werking van de aanwezige drukregelaar en
ga na of de zitting en de conische dichting schoon zijn. Vervang
indien nodig het regelinzetstuk volledig.
Controle van de terugslagklep
H
Afdekkap afnemen en afsluiter sluiten
4
I
Controleschroef uitnemen
»
4) door na het aftrekken van de afdekkap het
Sluit de afsluiter (
handwiel naar rechts te draaien
»
Schroef de controleschroef uit, daarbij mag de afsluitspil niet
loskomen
Er mag nu geen water uit de boring druppelen. Als er toch water
uitloopt, is de terugslagklep vuil of beschadigd. Voor de verdere
procedure raadpleegt u punt 3.2.1.
Als er koud water uitloopt, zet u de afsluiter kort open door naar
links te draaien (vuil wegspoelen). Sluit de afsluiter daarna goed.
Als er nog steeds water uitloopt, controleert u de dichting en de
zitting in het klepblok.
KV 30, 307, 40 , TA 260 | 45