9.
Probleemoplossing
9.1
Foutmeldingen
De i-CON 1 voert zelfstandig een foutdiagnose uit. Het diagnostische resultaat kan
worden weergegeven als een foutcode: Het driehoekspictogram verschijnt op het
display. De foutcode wordt als een getal tussen 2 en 99 weergegeven. In de onder-
ste regel wordt een infotekst weergegeven.
De foutcodes zijn te vinden in de foutcodetabel in de handleiding. Foutmeldingen
moeten via de i-OP worden bevestigd. Pas nadat de fout is geëlimineerd en beves-
tigd, wordt het aangesloten soldeerapparaat weer verhit.
9.2
Algemene storingen
Mocht het soldeerstation niet naar verwachting functioneren, controleer dan de
volgende punten:
18
– Is er netspanning aanwezig? Verbind het netaansluitsnoer goed met het appa-
raat en het stopcontact.
– Is de zekering defect? De zekering bevindt zich aan de achterzijde van het ap-
paraat in de contactdoos.
Houd er zeker ook rekening mee dat een defecte zekering ook een teken kan
zijn van een achterliggende storing. Alleen het vervangen van de zekering is
daarom in het algemeen niet voldoende.
– Is de soldeerbout correct op de voedingseenheid aangesloten?
– Het station geeft constant de omgevingstemperatuur weer.
Er is een defect aan het warmte-element of aan de invoerkabel. Zelfs wanneer
het station zich in de ruststand bevindt, wordt na enkele minuten de omge-
vingstemperatuur weergegeven!
– Het display gaat uit en geeft niets meer weer, maar de netschakelaar blijft
branden.
Het soldeerstation is overbelast. Als het soldeerstation voldoende is afgekoeld
(ongeveer 30 minuten) kunt u weer doorwerken.
3BA00267 | Rev. 1
Probleemoplossing
Ersa GmbH