3.6.5
Hoogteafstelling kneusvingers
De hoogte van de kneusvingers ten opzichte van de
mesplaten kan bij de kneuzerbevestigingen (31) worden
afgesteld. Hierdoor kan de gewasovername van de
kneusvingers veranderd worden.
Attentie:
Als de kneuzer wordt versteld, moet de maaier vlak
staan en tegen rollen geblokkeerd zijn (wielkeggen)!
Stel deze hoogte als volgt af:
Draai bouten en moeren (24) los. Verwijder
1
schermkap (27).
Draai moer (25) los. Trek kettingspanner (26) naar
2
boven waardoor de ketting ontspant.
Ondersteun de kneuzer (bijv. met hydraulische krik)
3
zowel aan linker- als rechterzijde van de kneuzer!
Demonteer aan linker- en rechterzijde bout en moer
4
(31).
Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (32)
5
een slag los.
Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (33)
6
een slag los.
Kneusvingers dichter bij de mesplaten:
7
a) Beweeg de kneuzer door middel van de hydrauli-
sche krik omlaag totdat de juiste afstelling is bereikt.
b) Zorg ervoor dat twee gaten recht tegenover elkaar
staan zodra de juiste afstelling is bereikt.
c) Monteer aan linker- en rechterzijde bout en
moer (31).
31
24
27
32
25
26
33
G0202MKD3
d) Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (32)
weer vast.
e) Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (33)
weer vast.
Kneusvingers verder vanaf de mesplaten:
8
a) Beweeg de kneuzer door middel van de hydrauli-
sche krik omhoog totdat de juiste afstelling is bereikt.
b) Zorg ervoor dat twee gaten recht tegenover elkaar
staan.
c) Monteer aan linker- en rechterzijde bout en moer
(31).
d) Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (32)
weer vast.
e) Draai aan linker- en rechterzijde bout en moer (33)
weer vast.
Span de ketting als volgt met behulp van kettingspan-
9
ner (26):
Druk kettingspanner (26) met de hand omlaag en houd
hem zo vast en:
draai moer (25) weer vast. De ketting moet aan de
10
onderzijde 1 cm slag hebben.
Monteer schermkap (27) en draai bouten en moeren
11
(24) weer vast.
Zorg ervoor, dat de bevestigingsbouten weer stevig
worden vastgezet!
NL20