Herunterladen Diese Seite drucken

A.HABERKORN UNI-2 FI Gebrauchsanleitung Und Prüfbuch Seite 13

Werbung

L'utilisation d'un harnais dans un système d'arrêt des chutes est autorisée uniquement avec un absorbeur
d'énergie conforme à la norme EN 355 ou avec un appareil antichute à rappel automatique conforme à la norme EN
360. Le système de retenue n'est pas prévu pour arrêter les chutes ! Selon BMASK-461.309/0006-VII/A/2/2011, les
planchettes ou sièges doivent être ajoutés au harnais selon la durée des travaux :
jusqu'à une durée de travail (temps de travail entre deux pauses ou en cas de changement d'activité) de 30 minutes max., un
harnais avec ceinture de sécurité selon la norme EN 813 est suffisant.
Pour une durée de travail de plus de 30 min. jusqu'à 4 heures max., une planchette doit être utilisée en plus du harnais avec
ceinture de sécurité intégrée selon la norme EN 813.
Pour une durée de travail de plus de 4 heures, un siège avec support dorsal et une possibilité de soulagement des jambes
doivent être utilisés en plus du harnais.
De PVb-producten werd met de grootste zorgvuldigheid en onder de strengste kwaliteitscriteria vervaardigd en gecontroleerd. De
voorwaarden voor een veilige inzet zijn dus aanwezig. Het is nu aan u om het product op de JUISTE WIJZE te gebruiken. LEES DE
GEBRUIKSAANWIJZING VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK AANDACHTIG DOOR! Bewaar de gebruiksaanwijzing bij het product
zodat u het bij onduidelijkheden op ieder moment kunt raadplegen en vul het INSPECTIELOGBOEK (ARBO-document) zorgvuldig
in. In geval van noodzakelijke reparatie of klachten moet u dit inspectielogboek altijd samen met het product terugsturen.
Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Persoonlijke valbescherming moet worden gebruikt bij werken op hoogte met gevaar voor vallen wanneer er geen geschikte
organisatorische of technische veiligheidsmaatregelen getroffen kunnen worden. Collectieve veiligheidsinrichtingen en technische
hulpmiddelen verdienen de voorkeur. De nationale en lokale veiligheidsvoorschriften evenals de ongevallenpreventievoorschriften
die van kracht zijn voor de verschillende sectoren moet in acht worden genomen. De PVb mag alleen worden gebruikt door personen
die aan zowel de fysieke als psychische voorwaarden voldoen en die de nodige kennis hebben voor veilig gebruik. Deze PVb
veiligheidsproducten ontslaan de gebruiker niet van zijn persoonlijk risico en eigen verantwoordelijkheid. Een PVb moet persoonlijk
aan een gebruiker ter beschikking worden gesteld. Systemen alleen gebruiken in overeenstemming met het beoogde doel – ze
mogen niet worden veranderd! Uitrustingen voor vrijetijdsactiviteiten (bv. bergsport, sportklimmen, enz...), die niet zijn toegestaan
voor inzet op de werkplek mogen niet worden gebruikt. Wij wijzen erop dat er door combinatie van uitrustingsstukken gevaar bestaat
van onderlinge vermindering van de gebruiksveiligheid. Bij het combineren van uitrustingsstukken moet de gebruiksveiligheid vóór
het eerste gebruik door de gebruiker worden getest. Bij het combineren van niet bij elkaar passende uitrustingsstukken kunnen
onvoorziene gevaren optreden.
Waarschuwing:
(Aangevuld met punt 4 garantie)
Iedere persoon die deze producten gebruikt is er persoonlijk verantwoordelijk voor om zich op de hoogte te stellen van het juiste
gebruik en de juiste techniek. Iedere gebruiker accepteert geheel en al de volledige verantwoordelijkheid voor alle risico's en voor
alle schade en letsel van iedere aard die tijdens en door het gebruik van dit product het gevolg kunnen zijn. De fabrikant en de
vakhandel wijzen alle aansprakelijkheid in geval van misbruik en onjuiste inzet en/of onderhoud af. Deze richtlijnen dienen als
ondersteuning voor het juiste gebruik van dit product. Omdat echter niet elk onjuist gebruik kan worden getoond vervangt het nooit
de eigen kennis, training, ervaring en verantwoordelijkheid.
Men dient een reddingsconcept op te stellen voor snel ingrijpen bij noodgevallen!
Voor het gebruik van de PVb moet de gebruiker zich informeren over de mogelijkheden van veilige en effectieve
reddingswerkzaamheden. De gebruiker moet getraind zijn over de gevaren, de mogelijkheid van vermijding van gevaren, en de veilige
afloop van reddings- en noodprocedures. De nodige reddingswerkzaamheden moeten in het kader van een gevarenanalyse voor de
inzet van de PVb worden vastgelegd. Een calamiteitenplan moet rekening houden met de reddingswerkzaamheden voor alle bij de
werkzaamheden mogelijke noodgevallen. Dat betekent dat vóór elke inzet van een PVb altijd een gevarenanalyse moet worden
uitgevoerd en op basis van de resultaten daarvan moet een reddingsplan worden opgesteld. Dit plan moet de snelst mogelijke redding
beschrijven en alle apparaten en procedures die nodig zijn voor de redding. De apparaten die mogelijk nodig zijn voor een redding
moeten te allen tijde gemonteerd zijn en klaar staan om onmiddellijk, zonder vertraging, gebruikt te kunnen worden. Anders
dreigt een hangtrauma!
De gevolgen van een hangtrauma worden medisch als volgt beschreven:
na ongeveer 2 - 5 minuten wordt het slachtoffer handelingsonbekwaam.
Al na 10 – 20 minuten is onomkeerbaar lichamelijk letsel mogelijk en
daarna kan een levensbedreigende toestand worden verwacht.
Daarom moeten reddingswerkzaamheden onmiddellijk worden uitgevoerd!
Voor een slachtoffer dat bij bewustzijn is, is het van belang om beide benen te blijven bewegen Waar mogelijk moet door een geschikt
middel (bv. bandenlus, verbindingsmiddelen, ontlastingslussen, enz...) het lichaam uit de spanning van de vanggordel worden getild
en daarmee de druk op de beenlussen aan de binnenkant van het bovenbeen worden verlicht. Hierdoor kan vermeden worden dat
het bloed in de benen zakt of in ieder geval vertraagd worden en wordt het terugstromen van het bloed vergemakkelijkt.
Aanwijzing voor de verankeringsvoorzieningen!
In het algemeen moet een verankering die aan de uitrusting bevestigd wordt zich zo "loodrecht" mogelijk boven de gebruiker
bevinden (om heen en weer zwaaien bij vallen te voorkomen).
Het verankeringspunt moet altijd zo worden gekozen dat de valhoogte tot een minimum beperkt blijft.
Let daarbij op dat de valruimte voldoende ruim is zodat de gebruiker bij een val niet op een hindernis valt en dat hij niet o p de
grond terechtkomt.
Let met name op dat het verankeringsmiddel (bv. bandlus van textiel) geen gevaar loopt door scherpe kanten en let op dat de
verbindingselementen (bv. de karabiners) goed gesloten zijn.
De draagkracht van het bouwwerk/ de ondergrond waaraan de verankering moet worden bevestigd moet voldoen aan de voor
het verankeringspunt aangegeven krachten.
Tijdelijke verankeringspunten (houten balken, stalen dragers, enz.) moeten de valenergie op kunnen vangen (zie EN 795 voor de
richtwaarde van de draagkracht van een verankeringspunt (=minstens 12 kN/persoon)).
Waar mogelijke moet een genormeerd, volgens EN795, en als zodanig gewaarmerkt verankeringspunt gebruikt worden. Vaste
verankeringspunten die verbonden zijn met de bouwstructuur moeten voldoen aan de Europese norm EN795.
13
NEDERLANDS

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Uni-2 fi-rovUni-2 fi-res