Starten - Wilo Medana CH1-LC Einbau- Und Betriebsanleitung

8.2

Starten

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Medana CH1-LC
Inbedrijfname
Pomp in horizontale positie in afzuigmodus (Fig. 3b)
LET OP
Zorg ervoor dat zich in de zuigleiding geen lucht kan ophopen in bochten en over-
gangen.
Het kan lange tijd duren om de pomp en de zuigleiding te vullen.
Sluit de afsluiter (pos. 2).
Open de afsluiter (pos. 1).
Schroef de vulschroef los (item 4).
Steek een trechter in de vulopening en vul de pomp en de afzuigleiding langzaam volle-
dig. Sluit de vulschroef zodra de lucht is ontsnapt en de vloeistof de pomp in stroomt
(item 4).
Controleer eerst de deblokkeerfunctie en de draairichting van de motor en voer vervol-
gens de volgende handelingen uit:
ƒ
Start de motor kort met een impuls en wacht dan een paar seconden zodat de lucht
kan ventileren.
ƒ
Schroef de vulschroef enigszins los (item 4) om de lucht te laten ontsnappen. Als er
geen waterstraaltje verschijnt, verwijder dan deze schroef om het water in de pomp
tot het juiste peil te vullen. Breng deze schroef weer aan alvorens opnieuw te star-
ten.
ƒ
Herhaal deze procedure indien nodig.
Pomp in verticale positie in toevoermodus (Fig. 3c)
Sluit de afsluiters (item 1+2).
Schroef de vulschroef los (item 4).
Open de afsluiter aan de zuigzijde langzaam (item 1).
Sluit de vulschroef weer zodra het water via de schroefopening naar buiten loopt (de
lucht is verwijderd) (item 4).
Open de afsluiter aan de zuigzijde volledig (item 1).
Open de afsluiter aan de perszijde (item 2).
VOORZICHTIG
Kans op beschadiging van de pomp
Bij een nul-stroming (afsluiter aan perszijde gesloten) mag de pomp niet langer dan
10 minuten worden bediend.
We adviseren om te zorgen voor een minimale afvoer van 10 % van de nominale af-
voer.
WAARSCHUWING
Risico op letsel
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van de pomp of de installatie (de tempe-
ratuur van de afgevoerde vloeistof en het debiet) kan de pompopstelling met inbe-
grip van de motor zeer heet worden. Er is een reële kans op brandwonden bij het in
contact komen met de pomp.
VOORZICHTIG
Draairichting
Een onjuiste draairichting veroorzaakt slechte pompprestaties en mogelijke overbe-
lasting van de motor.
nl
53