nl
Bedienen
Bedienen
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd.
Attentie!
Het apparaat alleen met het toebehoren /
hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken. Het
apparaat niet zonder ingrediënten gebruiken.
Apparaat en toebehoren niet blootstellen
aan warmtebronnen. De onderdelen zijn niet
geschikt voor gebruik in een magnetron.
■ Het apparaat en het toebehoren grondig
reinigen voordat u deze voor het eerst
gebruikt, zie "Reiniging en onderhoud".
Belangrijke aanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing vindt u een
sticker met de richtwaarden voor de
werksnelheid van het apparaat bij gebruik
van de hulpstukken resp. het toebehoren.
Wij raden u aan deze sticker op het apparaat
te plakken (afb. C).
Voorbereiden
■ Het basisapparaat op een vlakke en
schone ondergrond zetten.
■ Het snoer in één keer tot de gewenste
lengte uittrekken (max. 100 cm) en lang
zaam loslaten; het snoer is gearrêteerd
(afb. D).
■ Het snoer inkorten:
Kort aan het snoer trekken en tot de
gewenste lengte laten opwikkelen. Dan
opnieuw kort aan het snoer trekken
en langzaam loslaten; het snoer is
gearrêteerd.
Attentie!
Het snoer niet draaien bij het opwikkelen.
Bij apparaten met een automatische
snoeropwikkeling het snoer niet met de
hand inschuiven. Wanneer het snoer klemzit:
het snoer geheel afwikkelen en dan laten
opwikkelen.
■ Stekker in wandcontactdoos doen.
64
Kom en hulpstukken
W Verwondingsgevaar door roterende
hulpstukken!
Tijdens het gebruik nooit in de mengkom
grijpen. Altijd werken met aangebracht
deksel (12)!
Hulpstukken alleen vervangen bij stilstaande
aandrijving – na het uitschakelen loopt de
aandrijving nog even na en blijft dan staan
op de hulpstukwisselpositie. De draaiarm
pas bewegen wanneer het hulpstuk stilstaat.
Nietgebruikte aandrijvingen altijd afdekken
met aandrijvingsbeschermdeksels.
Attentie!
Kom alleen gebruiken voor werkzaamheden
met dit apparaat.
Roergarde „Profi Flexi" (13)
voor het roeren van deeg, bijv.
roerdeeg
Professionele garde (14)
voor het kloppen van eiwit, slagroom
en dun deeg, bijv. biscuitdeeg
Kneedhaak (15)
voor het kneden van dik deeg en het
mengen van ingrediënten die niet
fijngemaakt mogen worden (bijv. rozijnen,
chocolaatjes)
Belangrijke aanwijzing over het gebruik
van de klopgarde (afb. E):
Om de ingrediënten optimaal te mengen,
dient de klopgarde de bodem van de kom
bijna te raken. Als dit niet het geval is, past
u de hoogteinstelling van de klopgarde als
volgt aan:
■ Stekker uit het stopcontact halen.
■ Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm op positie 2 zetten.
■ Klopgarde in de aandrijving steken
tot deze vastklikt.
■ Garde vasthouden en de moer m.b.v.
een muilsleutel (SW 8) met de klok mee
losdraaien.
■ De optimale hoogte van de klopgarde
instellen door de garde te draaien:
met de klok mee draaien: optillen.
tegen de klok in draaien: neerlaten