Hulp Bij Storingen - Kärcher HDS 1000 De Weed Bedienungsanleitung

1. Voer onderhoudswerkzaamheden aan de motor uit
volgens de gegevens in de gebruiksaanwijzing van
de motorfabrikant.
Apparaat ontkalken
Als zich afzettingen in de buisleidingen bevinden,
neemt de stromingsweerstand toe waardoor de belas-
ting op de motor te groot wordt.
GEVAAR
Gevaar door ontvlambare gassen
Explosiegevaar
Rook niet tijdens het ontkalkingsproces. Zorg voor goe-
de ventilatie.
GEVAAR
Gevaar door zuur
Verbrandingsgevaar
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
Uitvoering:
Voor de verwijdering mogen alleen goedgekeurde ketel-
steen-oplosmiddelen met keurmerk worden gebruikt.
● RM 101 (bestelnummer 6.295-398.0)
1. Vul een bakje voor 20 liter met 15 liter water.
2. Voeg 1 liter ontkalker toe.
3. Sluit een waterslang direct op de pompkop aan en
hang het vrije uiteinde in de bak.
4. Steek de aangesloten straalbuis zonder mondstuk
in het reservoir.
5. Start de motor volgens de gebruiksaanwijzing van
de motorfabrikant.
6. Open het hogedrukpistool en sluit het tijdens het
ontkalken niet meer.
7. Stel de temperatuurregelaar in op een werktempe-
ratuur van 40 °C.
8. Laat het apparaat draaien tot de werktemperatuur is
bereikt.
9. Schakel het apparaat uit en laat het 20 minuten
staan. Het hogedrukpistool moet geopend blijven.
10. Pomp het apparaat vervolgens leeg.
Instructie
We raden aan om een alkalische oplossing (bijv. RM
81) ter bescherming tegen corrosie en om de zure res-
ten te neutraliseren door het apparaat te pompen.

Hulp bij storingen

GEVAAR
Gevaar door onbedoeld starten van het apparaat
Gevaar voor letsel
Schakel het apparaat uit en onderbreek de brandstof-
toevoer voordat u werkzaamheden aan het apparaat
uitvoert.
VOORZICHTIG
Gevaar door hete oppervlakken
Gevaar voor letsel
Laat het apparaat voor alle werkzaamheden afkoelen.
Controlelampje brand stof brandt
Brandstoftank leeg
1. Vul de brandstoftank.
Controlelampje vloeistofontharder brandt
De bak voor de vloeistofontharder is leeg (om techni-
sche redenen blijft er altijd een rest in de bak)
1. Vul de vloeistofontharder-bak.
Elektroden in het reservoir vuil
1. Reinig de elektroden.
74
Motor Apparaat draait niet
Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de
motorfabrikant in acht!
Brandstoftank leeg
1. De brandstoftank bijvullen.
Apparaat bouwt geen druk op
Bedrijfstoerental van de motor te laag
1. Controleer het bedrijfstoerental van de motor (zie
technische gegevens).
Mondstuk verstopt/uitgewassen
1. Reinig/vernieuw het mondstuk.
Zeef in de wateraansluiting vuil
1. Reinig de zeef.
Zeef in de watertekortbeveiliging vuil
1. Reinig de zeef.
Watertoevoerhoeveelheid te gering
1. Controleer de water-toevoerhoeveelheid (zie Tech-
nische gegevens).
Toevoerleidingen naar pomp ondicht of verstopt
1. Controleer alle toevoerleidingen naar de pomp.
Lucht in het systeem / pomp ontluchten
1. Het reinigingsmiddel-doseerventiel op "0" zetten.
2. De watertoevoer openen.
3. Start de motor volgens de gebruiksaanwijzing van
de motorfabrikant.
4. Om het apparaat te ontluchten, het mondstuk los-
schroeven en apparaat laten lopen tot het water
zonder belletjes uittreedt.
5. Schakel het apparaat uit en schroef het mondstuk er
weer op.
Apparaat lekt, er druppelt water uit de onderkant
van het apparaat
Pomp ondicht
1. Als er een aanzienlijk lek is, laat het apparaat dan
nakijken door de klantenservice.
Instructie
Toegestaan zijn 3 druppels/minuut.
Geklop uit hogedrukpomp
Toevoerleidingen naar de pomp ondicht
1. Controleer alle toevoerleidingen naar de pomp.
Lucht in het systeem / pomp ontluchten
1. Het reinigingsmiddel-doseerventiel op "0" zetten.
2. De watertoevoer openen.
3. Start de motor volgens de gebruiksaanwijzing van
de motorfabrikant.
4. Om het apparaat te ontluchten, het mondstuk los-
schroeven en apparaat laten lopen tot het water
zonder belletjes uittreedt.
5. Schakel het apparaat uit en schroef het mondstuk er
weer op.
Apparaat zuigt geen reinigingsmiddel aan
Reinigingsmiddelaanzuigslang met filter ondicht of ver-
stopt
1. Controleer/reinig de reinigingsmiddel-aanzuigslang
met filter.
Terugslagklep zit vast aan de aansluiting van de reini-
gingsmiddel-aanzuigslang
1. Reinig / vervang de terugslagklep in de aansluiting
van de reinigingsmiddelaanzuigslang.
Reinigingsmiddel-doseerklep is gesloten of ondicht/ver-
stopt
1. Open of controleer/reinig de reinigingsmiddel-do-
seerklep.
Overstroomklep gaat open / dicht, als het hogedruk-
pistool open is
Mondstuk verstopt
1. Reinig het mondstuk.
Nederlands