9. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
de 'Super Freezing', of na
het veranderen van de tem‐
peratuur.
De deur is niet goed gemon‐
teerd of dekt het ventilatier‐
ooster af.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
De temperatuur in de ruimte
is te hoog.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐
raat was te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De Super Freezing-functie is
ingeschakeld.
De compressor start niet di‐
rect.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie het hoofdstuk 'Bedie‐
ning'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan de temperatuur
opnieuw.
Zie 'Installeren'.
Laat voedingsproducten af‐
koelen tot kamertemperatuur
voordat je ze opbergt.
Zie de sectie 'De deur slui‐
ten'.
Zie de rubriek over 'Super
Freezing-functie'.
Dit is normaal en geen sto‐
ring.
Raadpleeg de montage-in‐
structies.
19