Toshiba MMU-UP0091H-E Installationsanleitung Seite 74

WAARSCHUWING
• Modellen die koelvloeistof R32 en R410A gebruiken, verschillen waar
het de schroefdraaddiameter van de laadpoort betreft, voor de
veiligheid wordt voorkomen dat bij vergissing koelvloeistof R22 wordt
geladen.
• Gebruik voor het versnellen van het ontdooiproces of het
schoonmaken geen andere middelen dan die welke worden
aanbevolen door de fabrikant.
• Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte waar zich geen
zonder onderbreking werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld:
open vuur, een werkend gasapparaat of een werkende elektrische
verwarming) bevinden.
• Niet doorboren of verbranden.
• Bedenk dat koelmiddelen misschien geen geur afgeven.
• De fabrikant zal misschien andere geschikte voorbeelden geven of
aanvullende informatie verstrekken over de geur van de koelvloeistof.
VOORZICHTIG
Wanneer een brandbare koelvloeistof wordt gebruikt, moeten alle
apparaten met koelvloeistof worden gevuld op de locatie van de
fabrikant of worden gevuld op locatie, volgens de aanbevelingen van
de fabrikant. Een onderdeel van een apparaat dat op locatie wordt
gevuld en waaraan op locatie moet worden gesoldeerd of gelast, mag
niet worden vervoerd met een vulling van brandbare koelvloeistof.
Verbindingen die in de installatie zijn gemaakt tussen onderdelen van
het koelsysteem, met tenminste een onderdeel gevuld, moeten als
volgt tot stand worden gebracht.
- Een gesoldeerde, gelaste of mechanische verbinding moet tot stand
worden gebracht voordat de kleppen worden geopend zodat de
koelvloeistof tussen de onderdelen van het koelsysteem kan
stromen. Er moet een vacuümklep worden geplaatst voor het
leegmaken van de tussenliggende leiding en/of een niet-gevuld
onderdeel van het koelsysteem.
- Mechanische aansluitingen die binnenshuis worden gebruikt,
moeten voldoen aan ISO 14903. Wanneer mechanische
verbindingen op nihil binnenshuis worden gebruikt, moeten de
afdichtingen worden vernieuwd. Wanneer opgetrompte
verbindingen binnenshuis opnieuw worden gebruikt, moet het
opgetrompte gedeelte opnieuw worden gemaakt.
145-NL
– 73 –
- Leidingen van koelvloeistof moeten worden beschermd of worden
ingebouwd, zodat beschadiging wordt voorkomen. Flexibele
verbindingen voor koelvloeistof (zoals de verbindingsleidingen
tussen de binnen- en de buiten-unit) die misschien tijdens normale
bedrijfshandelingen worden verplaatst, moeten worden beschermd
tegen mechanische beschadiging.
Algemeen (Installatieruimte / locatie)
• De installatie van leidingwerk moet tot een minimum worden beperkt.
• Leidingwerk moet worden beschermd tegen fysieke beschadiging.
• Nationaal geldende voorschriften voor gasinstallaties moeten in acht
worden genomen.
• De mechanische verbindingen moeten toegankelijk zijn voor
onderhoudsdoeleinden.
• In gevallen waarin mechanische ventilatie vereist is, moeten
ventilatie- openingen vrij worden gehouden van obstakels.
• Wanneer het product definitief buiten gebruik wordt gesteld, moet bij
de sloop de nationaal geldende voorschriften worden gevolgd.
• Servicewerkzaamheden moeten uitsluitend volgens de
aanbevelingen van de fabrikant worden uitgevoerd.
• Wanneer het apparaat dat brandbare koelvloeistof gebruikt, wordt
geïnstalleerd, moet het volgende in acht worden genomen;
- Het apparaat moet worden geplaatst in een goed geventileerde
ruimte, waarbij de afmetingen van de ruimte overeenkomen met het
oppervlak van de ruimte die is opgegeven voor het werkende
apparaat.
- Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte waar geen
open vuur brandt (bijvoorbeeld: een werkende gasapparaat) en
waar niet een ontstekingsbron staat (bijvoorbeeld: een werkende
elektrische verwarming).
- Het apparaat moet zo worden geplaatst dat mechanische
beschadiging niet kan plaatsvinden.
• Leidingen van de apparatuur in de gebruikte ruimte moeten zo
worden geïnstalleerd dat zij tijdens werking en onderhoud beschermd
zijn tegen beschadiging door ongevallen.
• Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om al te veel
trillingen en bewegingen van de koelvloeistofleidingen te voorkomen.
• Beschermende voorzieningen, leidingen en koppelingen moeten
zoveel mogelijk worden beschermd tegen omgevingseffecten,
bijvoorbeeld, het gevaar dat zich water verzamelt dat kan bevriezen
in afvoerleidingen of de opeenhoping van vuil en afval.
• Er moet rekening worden gehouden met het uitzetten en krimpen van
langer stukken leiding.
146-NL