EINHELL RT-SP 260 Bedienungsanleitung Seite 56

Anleitung RT_SP_260_260_D_SPK2:_
NL
11. Ombouw naar vandikteschaven
11.1 Demontage van de parallelaanslag (fig. 19)
Ga bij de demontage van de parallelaanslag (6) in
omgekeerde volgorde te werk als beschreven onder
9.6.
11.2 Demontage van de afneemtafel (fig. 39/40)
Ga bij de demontage van de afneemtafel (14) in
omgekeerde volgorde te werk als beschreven onder
9.4.
11.3 Platleggen van het spaanhuis (fig. 40-42)
De vandikteschaaftafel (42) met de kruk (4) helemaal
omlaagdraaien en de spaanafzuiging (5)
omhoogzwenken.
12. Gebruik van de machine voor het
vlakschaven (fig. 37/38)
Leg het materiaal vlak op de aanvoertafel (13), stel
met de linkerhand de gewenste hoogte van de
schaafmesafdekking (12) in. Het materiaal mag
daarbij de schaafmesafdekking (12) niet raken. Zet
de machine in de vlakschaafmodus (zie 10.1) aan en
schuif het materiaal langzaam en voortdurend tegen
de messenblok (23).
Belangrijk: De handen bewegen over de
mesafdekking heen! Bij het vlakschaven moet
uw duim steeds dicht bij de hand aansluiten!
Om de smalle zijden van een werkstuk vlak te
schaven zet u de klemhefboom (7) van de
schaafmesafdekking (12) los en stelt u de
schaafmesafdekking (12) op de nodige breedte in.
De plastic veer (43) aan het uiteinde van de
schaafmesafdekking (12) moet een lichte druk op het
werkstuk uitoefenen. Vergrendel de
schaafmesafdekking (12) in de correcte positie en
start de machine. Schuif het werkstuk langzaam en
voortdurend tegen de mesblok (23).
Zorg ervoor dat de parallelaanslag (6) op een hoek
van exact 90° (of een andere gewenste hoekafstand)
is afgesteld. Het werkstuk moet vlak op de
parallelaanslag liggen.
Let op! Vlakschaafwerkzaamheden op korte
werkstukken moeten zeker worden verricht mits
gebruikmaking van een schuifstok (3)!
56
29.12.2008 10:54 Uhr Seite 56
13. Gebruik van de machine voor het
vandikteschaven (fig. 42/43)
Bereidt de machine voor het vandikteschaven voor
zoals beschreven onder punt 11. Stel de
vandikteschaaftafel (42) op de gewenste dikte van
het materiaal af. De afstelling mag maximaal 5 mm
boven de werkelijke materiaaldikte liggen. (Zie
hieromtrent punt 10.5). Start de machine in de
vandikteschaafmodus (zie 10.1) en leg het werkstuk
met de geschaafde kant omlaag op de
vandikteschaaftafel (42). Schuif het werkstuk
langzaam naar voren tot de aanvoerrol (44) grijpt.
Schuif bij wigvormige werkstukken het dikkere
uiteinde eerst erin.
14. Veranderen van opstelplaats
(fig. 49)
Hef de machine op m.b.v. de transportgrepen (11) tot
de transportwielen (18) contact hebben met de grond
en rolbaar zijn.
15. Onderhoud en service
15.1 Vervangen van schaafmessen (fig. 36/44-46)
Schakel de machine steeds uit voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht. Controleer
regelmatig de scherpte van de messen om een
terugstoot van werkstukken op grond van botte
messen te voorkomen. Botte messen vervangt u
als volgt:
Verwijder de parallelaanslag zoals beschreven onder
11.1. Draai de schroeven (a) van de grendel (22) los.
Draai de schroeven (a) met de wijzers van de klok
mee de grendel in. Verwijder de grendel (22) samen
met het mes (21) uit de mesblok (23). Maak de
onderdelen schoon. Bevestig een nieuw mes (21) op
de grendel (22) en hermonteer die in de mesblok.
Haal de schroeven (a) lichtjes aan. Ga dan na hoe ver
het mes (21) aan de afneemtafel (14) uitsteekt.
Gebruik daarvoor een meetklok of liniaal.
Het mes (21) mag maximaal 0,1 mm aan de
afneemtafel (14) uitsteken.
Draai de drie inbusschroeven (b) op de grendel (22)
verder in of uit om de uitsteekmaat van het mes te
corrigeren. Controleer bovendien of het mes ten
opzichte van de mesblok (23) overal gelijk uitsteekt
(fig. 46). Is de uitsteekmaat van het mes naar
behoren afgesteld haalt u de schroeven (a) terug aan.
Haal eerst de schroeven (a) in het midden, dan de
buitenste schroeven aan.