De koelkast monteren
Koelkast
Hoogte (A)
Breedte (B)
Diepte (C)
(exclusief regelknop 5 mm)
Nis
Hoogte (H)
Breedte (W)
Diepte (D)
• De koelkast moet op ten minste 5 mm afstand van de vloer worden gemonteerd,
om ervoor te zorgen dat de deur goed kan worden geopend (afb. 3, pagina 4).
– Plaats de koelkast niet direct op de vloer.
– Zorg ervoor dat er geen vloerbedekkingen de vrije beweging van de deur
belemmeren.
• In de buitenwand moeten een beluchtingsopening (afb. 4 1, pagina 4) en een
ontluchtingsopening (afb. 4 2, pagina 4) met ventilatierooster voorhanden zijn
om de warmte die ontstaat goed naar buiten te kunnen leiden:
– Beluchtingsopening: Breng het rooster zo veel mogelijk in lijn met de basis
van de installatienis aan.
– Ontluchtingsopening: zo ver mogelijk boven de koelkast.
– De afstand tussen luchtinlaat- en uitlaatopeningen moet minstens 750 mm
bedragen voor RM10.5 en 534 mm voor RMS10.5 (afb. 5, pagina 5).
• Monteer boven de koelkast een warmtegeleideplaat (afb. 5 1, pagina 5) zodat
zich geen warmte in het voertuig verzamelt.
• De afstand tussen de koelkast en achterwand moet minstens 15 mm maat niet
meer dan 25 mm bedragen.
• Een afstand van meer dan 25 mm tussen koelkast en achterwand leidt tot vermo-
gensverlies en een verhoogd energieverbruik van de koelkast. Verklein de holle
ruimte achter de koelkast zodanig dat voldoende be- en ontluchting is gegaran-
deerd (afb. 6, pagina 5). Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een luchtgeleidings-
plaat.
126
RM10.5(S)(T), RMS10.5(X)(S)(T)
RM10.5(S)(T)
RMS10.5(S)(T) RMS10.5X(S)(T)
Algemene afmetingen in mm
821
523
548
Afmetingen in mm
829
525,5
563
821
523
548
829
829
525,5
525,5
563
618
821
523
603
NL