Aanwijzingen Voor Gebruik - DeWalt DW728 Anleitung

N E D E R L A N D S
Verstekschaal (fig. C2)
• Controleer of de verstekschaal (26) 0° aangeeft wanneer deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
• Breng de wijzer (27) met behulp van schroef (79) naar 0°.
De verstekschaal heeft vooringestelde posities op 45° links en rechts en
op 0°.
Instellen van de motorsledeklemhendel (fig. A1, A2 & K)
Wanneer de motor speling heeft, moet de motorsledeklemhendel (23)
worden aangedraaid. De motorsledeklemhendel moet ongeveer 90° t.o.v.
de hoofdendel staan (fig. A2).
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Verwijder het afdekkapje (13) en verwijder de gehele rolkop (16) (fig. A1).
• Plaats een schroevendraaier (80) in de gleufschroef (81) in het midden
van de rolkop (fig. K).
• Breng de flens (82) met behulp van een kleine schroevendraaier (83)
naar beneden zodat hij over de lip (84) valt en draai de
schroevendraaier in de sleufbout rechtsom om de bout vast te draaien.
• Controleer opnieuw.
Verplaats de flens telkens maar één stap.
Motorsledeaanslag (fig. A2, L1 & L2)
De motorsledeaanslag (14) moet worden ingesteld om te voorkomen dat
de lagers van de motorslede tegen de achterste begrenzing van de
lagerrails stoten (fig. A2).
• Duw de motorslede zover mogelijk, trek de slede nu ca. 5 mm voorwaarts
en vergrendel daarna met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2).
• Stel de motorsledeaanslag (14) in door het loszetten van de moeren
(85) in de voorste sleuf (86) tot de rubber stop (87) stoot tegen de
achterkant van het schulpvergrendelhuis.
• Trek de moeren (85) aan (fig. L1).
Trek bij het afkorten één moer in het voorste sleufgat (86) aan
en één in het achterste sleufgat (88) (fig. L2).
Montage van de terugloopveer (fig. M)
• Monteer de terugloopveer (89) achter de motorsledeaanslag (14) met
de bijbehorende bouten (90) en bevestig het einde van de kabel (91)
aan de schulpvergrendeling (15) met behulp van de plastic klem (92).
• Draai de knop (93) linksom om de veerspanning te vergroten.
• Draai de knop (93) rechtsom om de veerspanning te verkleinen.
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires.

Aanwijzingen voor gebruik

• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
• Zet het werkstuk stevig vast.
• Oefen geen overmatige druk uit op de machine. Geef geen
zijdelingse druk op het zaagblad.
• Voorkom overbelasting.
• Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig
versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor
het maximum toerental van de machine.
• Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
• Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
• Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Werk nooit met de machine wanneer de beschermingen niet
zijn geplaatst.
• Til de machine nooit aan het werkblad.
nl - 6
AAN- en UITschakelen (fig. A)
De AAN/UIT-schakelaar (1) van uw radiaalarmzaag biedt vele voordelen:
- Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of
andere reden uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw
ingedrukt worden.
- Beveiliging tegen overbelasting van de motor: in geval van
overbelasting van de motor wordt de spanning naar de motor
UITgeschakeld (Bij de DW728, bevindt de overbelastingsbeveiliging van
de motor zich bovenin de motor).
• Groene knop = AAN
• Rode knop = UIT
• Scheidingsschakelaar (2) (DW729) = een draaischakelaar die met de
hand moet worden verdraaid om alle spanning naar de motor UIT te
schakelen.
• Noodstop (17) = alle spanning naar de motor UITschakelen (fig. A2).
Draai de noodstop rechtsom om hem vrij te zetten.
Het maken van een proefsnede (fig. A1, N1 & N2)
Figuur N1 toont de standaardpositie van de parallelaanslag voor afkorten
en in-schulpen. Figuur N2 toont de standaardpositie van de
parallelaanslag voor het schulpen van brede panelen. Draai de
tafelklemmen (7) los om de parallelaanslag vrij te zetten (7) (fig. N1).
• Zorg dat de verstekvergrendeling (9) ingrijpt en vergrendel de
verstekklemhendel (10) zo, dat het zaagblad in rechte afkortstand 0° staat.
• Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en duw de motorslede terug tot het
zaagblad zich achter de aanslag bevindt (fig. A1).
• Laat de arm zakken tot het zaagblad het werkblad bijna raakt.
• Plaats het werkstuk tegen de voorkant van de achteraanslag.
• Schakel de machine in en laat de arm zakken, zodat het zaagblad een
ondiepe snede in het werkblad kan maken.
• Trek het zaagblad naar u toe en door het werkstuk.
• Breng het zaagblad terug naar de ruststand en schakel de machine uit.
• Controleer of de snede in alle vlakken exact 90° is en corrigeer indien nodig.
Basis zaagsneden (fig. O1 - O2)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afkorten (fig. A1)
• Stel de radiaalarm haaks op de achteraanslag.
• Vergrendel de verstekhendel (9) in positie 0° en zet de verstekklem-
hendel (10) vast (fig. A1).
• Laat het zaagblad zakken.
• Stel de vingerbescherming in zodat deze net vrij is van het werkstuk.
• Wanneer zich in het werkblad geen sleuf bevindt, maak er dan een
zoals eerder is beschreven.
• Houd het werkstuk tegen de achteraanslag en blijf daarbij met uw
vingers beslist weg van het zaagblad.
• Schakel de machine IN en trek het zaagblad langzaam door de
achteraanslag en het werkstuk.
• Breng het zaagblad terug naar de rustpositie en schakel de machine UIT.
Verstekzagen (fig. A1 & O1)
• Zet de verstekhendel (9) en de verstekklemhendel (10) los (fig. A1).
• Zwenk de arm tot de vereiste hoek op de verstekschaal.
• Gebruik voor 45° links of rechts de verstekhendel (9) en vergrendel met
de verstekklemhendel (10).
• Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de verstekklemhendel.
• Handel als bij afkorten.
In het geval van linksverstek kan het zijn dat u de
achteraanslag en de strippen naar links moet verschuiven.
De machine werkt continu
61