Nederlands
► Controleer of het metalen snijgarnituur in
een veilige, goede staat verkeert.
■ Als de gashendel wordt losgelaten, zal het
snijgarnituur nog even doordraaien. Personen
kunnen ernstig letsel oplopen.
► Wacht totdat het snijgarnituur niet meer
draait.
■ In een gevaarlijke situatie kan de gebruiker in
paniek raken en het draagsysteem niet
afdoen. De gebruiker kan hierdoor ernstig let‐
sel oplopen.
► Oefen het afdoen van het draagsysteem.
4.9
Reactiekrachten
Een terugslag kan door de volgende oorzaken
ontstaan:
– Het draaiende metalen snijgarnituur raakt in
het grijs gemarkeerde vlak of in het zwart
gemarkeerde vlak een hard voorwerp, waar dit
snel wordt afgeremd.
– Het draaiende metalen snijgarnituur zit inge‐
klemd.
Het grootste gevaar wanneer een terugslag
optreedt, zit in het zwart gemarkeerde vlak.
WAARSCHUWING
■ Door deze oorzaken kan de roterende bewe‐
ging van het snijgarnituur sterk worden afge‐
remd of zelfs worden gestopt en kan het snij‐
garnituur naar rechts of in de richting van de
gebruiker worden weggestoten (zwarte pijl).
De gebruiker kan de controle over de motor‐
zeis verliezen. Personen kunnen ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
► De motorzeis met beide handen vasthou‐
den.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Niet met het zwart gemarkeerde vlak wer‐
ken.
► Een in deze handleiding aangegeven com‐
binatie van snijgarnituur, beschermkap en
draagsysteem gebruiken.
► Metalen snijgarnituur correct aanscherpen/
slijpen.
10
► Met vol gas werken.
4.10
Vervoer
WAARSCHUWING
■ Tijdens de werkzaamheden kan de aandrijfkop
heet worden. De gebruiker kan bij contact
hiermee brandwonden oplopen.
► Hete aandrijfkop niet aanraken.
■ Tijdens het vervoer kan de motorzeis kantelen
of verschuiven. Personen kunnen letsel oplo‐
pen en er kan beschadiging optreden.
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► Borg de motorzeis met spanbanden, riemen
of een net dusdanig dat deze niet kan kan‐
telen en niet kan verschuiven.
■ Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui‐
ker kan bij contact hiermee brandwonden
oplopen.
► Draag de motorzeis met één hand dusdanig
op de steel/maaiboom dat het snijgarnituur
naar achteren is gericht en de motorzeis in
balans is.
4.11
Opslag
WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van de motor‐
zeis niet herkennen en ook niet inschatten.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen.
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de transportbeschermkap.
► De motorzeis buiten het bereik van kinde‐
ren opslaan.
■ De elektrische contacten op de motorzeis en
metalen onderdelen kunnen door vocht corro‐
deren. De motorzeis kan worden beschadigd.
► Sla de motorzeis schoon en droog op.
4.12
Reiniging, onderhoud en repa‐
ratie
WAARSCHUWING
■ Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan
het snijgarnituur onbedoeld gaan draaien. Per‐
sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan
materiële schade ontstaan.
► Schakel de motor uit.
■ Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit‐
laatdemper en de motor heet zijn. Personen
kunnen zich verbranden.
4 Veiligheidsinstructies
0458-507-7621-B