Inhoud
1. Algemeen .......................................................... 31
2. Hantering .......................................................... 31
3. Installatie .......................................................... 31
3.1. Montage ....................................................... 31
5. Onderhoud ........................................................ 32
6.
7. Typeplaatje ....................................................... 32
Veiligheidsvoorschriften voor personen en materieel
De volgende symbolen
paragraaf geven aan dat er gevaar kan optreden
indien
de
overeenkomstige
worden opgevolgd.
GEVAAR
Niet-naleving van dit voorschrift
Gevaar voor
brengt risico van elektrocutie
elektrocutie
met zich mee.
Niet-naleving van dit voorschrift
GEVAAR
brengt risico van persoonlijk
letsel en materiële schade met
zich mee.
WAARSCHUWI
Niet-naleving van dit voorschrift
NG
brengt risico van schade aan de
pomp of de installatie met zich
mee.
1. ALGEMEEN
Wij verstrekken u deze aanwijzingen om u over de
juiste installatie en een optimaal rendement van
onze pompen te informeren.
Lees eerst deze aanwijzingen voordat u de
pomp gaat installeren. Bewaar deze om in
de toekomst na te kunnen slaan.
De modellen DRAINEX worden gebruikt voor het
overpompen van water met zweefvuil, zoals water
van septische tanks enz. Vaste bestanddelen
worden doorgelaten in de modellen DRAINEX 200
= 45 mm (MAX.) en in de modellen DRAINEX 300
= 60 mm. (MAX.)
De maximum watertemperatuur is 35°C.
Volg de installatie- en gebruiksvoorschriften
en
de
schema's
verbindingen correct op voor een goede
werking van de pomp.
Niet-naleving van de instructies in deze
gebruiksaanwijzing
overbelasting van de motor, een verlies van
de
technische
vermindering van de levensduur van de
pomp en allerlei gevolgen waarvoor we de
ansprakelijkheid van de hand wijzen.
naast een
voorschriften
niet
van
de
elektrische
kan
leiden
tot
capaciteiten,
een
De pomp kan niet worden gebruikt in een
zwembad terwijl er mensen zwemmen.
Steek nooit uw hand of een voorwerp in de
aanzuig-
of
draaiende turbine zou ernstige schade
veroorzaken.
2. HANTERING
De pompen worden in een passende verpakking
geleverd
om
transportschade
Controleer voor het uitpakken of de verpakking
beschadigd of vervormd werd.
Wees voorzichtig bij het optillen en hanteren
van dit apparaat. Gebruik hiervoor passend
gereedschap.
3. INSTALLATIE
3.1. Montage
De pomp moet altijd volledig ondergedompeld
functioneren, dit om optimaal gekoeld te worden.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de werking
van de vlotterschakelaar (Afb.3).
De pomp mag nooit worden geschorst door
de elektrische kabel of de persleiding
(Afb.3).
3.2. Persleiding monteren
In geval de uitstroombuis lang of bochtig is, dan
wordt aanbevolen een grotere Ø buis te monteren
dan de aansluiting van de uitvoer, dit om
drukverlies door weerstand in de buis zelf te
voorkomen.
Installeer een terugstroomklep bij de uitgang van
de pomp, dit om te voorkomen dat de buis leeg
loopt
telkens
als
terugstroomklep dient vaste bestanddelen door te
laten.
Let op dat de buis niet dubbelvouwt en dat die op
de juiste wijze aan de uitvoer wordt bevestigd, in
beide gevallen zal bij een onjuiste bevesting de
uitstroom gereduceerd zijn.
3.3. Elektrische installatie
De
elektrische
afdoende aarding te beschikken en de
installatie dient te worden uitgevoerd door
een erkend elektricien,met inachtneming van
de daartoe geldende regelgeving.
De pomp dient te worden aangesloten op
een installatie voorzien van een differentieel
schakelaar / aardlekschakelaar (∆fn = 30
mA) en tevens van een meervoudige
scheidingsschakelaar
opening van minstens 3mm.
Pompen geassembleerd met een beginnende
schakelkast of voorzien van een condensator
worden geleverd klaar voor gebruik.
Voor driefasige pompen moet de gebruiker
verstrekt het de bescherming systeem.
31
NL
uitstroomaansluiting,
te
voorkomen.
de
pomp
stopt.
installatie
dient
over
met
een
contact
de
De