Configuraties
Positie 4 – Deurkrukkoppeling (alleen bij koppelingsslot)
Slot met gedeelde kruknoot:
Slot met ongedeelde kruknoot:
Positie 5 – Ontgrendeld
Het relais schakelt, wanneer alle grendels en eventueel de slotschoten ingetrok-
ken zijn en alle deuropeners ontgrendeld zijn.
Voor een veilige procesbesturing: De deur is volledig ontgrendeld wanneer het
relais naar NO is geschakeld.
Positie 6 – Vergrendeld
Het relais schakelt wanneer het geïntegreerde deurcontact Deur gesloten meldt
en
· bij een motorslot alle grendels uitgeschoven zijn of
· bij een koppelingsslot alle grendels uitgeworpen zijn en de deurkrukken afge-
koppeld zijn.
Voor een veilige procesbesturing: de deur is veilig vergrendeld wanneer het relais
naar NO is geschakeld.
Positie 7 – Deurcontact
Het relais schakelt wanneer alle deurcontacten Deur gesloten melden.
Positie 8 – Alarm / storing
Als er geen alarm en geen storing is, is het relais naar NO geschakeld. Als er een
alarm of storing is, schakelt het relais over naar NC, bijvoorbeeld:
· het slot herkent een sabotagepoging, omdat de deur bij uitgeschoven grendels
geopend is,
· de Hi-O Technology™-bus is offline,
· de koppeling of grendels aan het slot zitten vast,
· er wordt een onderspanning gedetecteerd of de stroomvoorziening valt uit.
Positie 9 – Draaideuraandrijving (alleen bij motorslot)
Het relais schakelt, wanneer het slot volledig ontgrendeld is en de deur kan
worden geopend.
het relais schakelt wanneer de buiten-
deurkruk wordt aangekoppeld.
het relais schakelt wanneer de deurkruk
wordt aangekoppeld.
105
NL