Aanpassen Van De Waterstroom In De Omleiding; Vi.9- Eerste Verwarmingsfase; Regelfase - BWT 100M Montage- Und Bedienungsanleitung

7.4

Aanpassen van de waterstroom in de omleiding

De stijging van de temperatuur van het zwembadwater bij het passeren door de titanium
warmtewisselaar is afhankelijk van de volgende instellingen:
• de waterstroom (instelbare parameter)
• het belang van het temperatuurverschil tussen het inkomende koelgas (warm) en het inkomende zwembadwater
Het warmtegenererende gas zal bij het binnengaan van de warmtewisselaar heter zijn naarmate de
omgevingstemperatuur hoger is.
Het temperatuurverschil bij de ingang en de uitgang van de warmtepomp varieert afhankelijk van de
omstandigheden waarin het apparaat werkt:
• dit verschil neemt af als de omgevingslucht koud is en/of het zwembadwater warm is
• dit verschil neemt toe als de omgevingslucht warm is en/of het zwembadwater koud is
Om de omleiding aan te passen, moet het apparaat op volle kracht draaien wanneer de ingestelde
temperatuur gedurende minimaal 20 minuten 3°C hoger is dan de temperatuur van het zwembadwater.
Uitsluitend onder deze omstandigheden dient de omleiding te worden aangepast om een delta T te
bereiken van 3°C.
Opmerking:
De kwaliteit van de warmteoverdracht tussen het koelgas en het water zal afnemen als de
warmtewisselaar vuil is (kalkafzetting etc.) of gedeeltelijk verstopt is. Een goede stijging van de
temperatuur van het zwembadwater is dan niet mogelijk, ondanks het feit dat de kleppen van de
omleiding geopend zijn.
7.5

VI.9- Eerste verwarmingsfase

Wanneer de warmtepomp voor het eerst wordt ingeschakeld of aan het begin van het seizoen opnieuw
wordt ingeschakeld, is het noodzakelijk om het water een aantal graden/ongeveer tien graden Celsius te
verwarmen om de gewenste temperatuur te bereiken (ingestelde temperatuur).
Naast de minimalisering van het warmteverlies ter hoogte van het zwembad (zie paragraaf II, pagina 6),
is het vaak noodzakelijk om de filtratie dag en nacht te laten werken, zodat de warmtepomp het water
dag en nacht kan verwarmen om op tijd de ingestelde temperatuur te bereiken.
Wanneer deze voorzorgsmaatregelen zijn genomen, kan de opwarming twee tot vier dagen duren,
afhankelijk van de temperatuur overdag en 's nachts (de temperatuur kan
op zonnige dagen hoog zijn, maar de nachten zijn aan het begin van het seizoen vaak nog koud).
7.6

Regelfase

In tegenstelling tot bij een traditioneel On/Off-compressorapparaat kan de snelheid van de Inverter-
compressor variëren. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat kan de snelheid van
de compressor variëren van 30-88 Hz (50 Hz voor een On/Off-apparaat).
Wanneer de buitentemperatuur laag is of wanneer de verwarmingsvraag groot is, werkt de Inverter-
compressor op hoge snelheid (50-88 Hz). En anderzijds werkt de Inverter-compressor op een lage
snelheid (11-50 Hz) wanneer de verwarmingsvraag beperkt is, met name rond de ingestelde waarde.
De werking van de Inverter-compressor bij lage snelheden garandeert een zeer laag geluidsniveau, een
optimaal rendement en een langere levensduur van de compressor.
Opmerking:
De regeling is alleen effectief als de filtratie is ingeschakeld.
De dagelijkse filtratieduur kan onvoldoende blijken te zijn waardoor de warmtepomp de
watertemperatuur niet rond de ingestelde temperatuur kan houden.
88/96
2020/11 - Indice de révision : I - Code : 33340 CHAUFFAGE & DÉSHUMIDIFICATION