Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedrijf - Scheppach Parkside PMTS 210 A1 Bedienungs- Und Sicherheitshinweise Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
• Met hulp van de schaalverdeling (38) op de zaagtafel (1)
kan de parallelaanslag (7) op de gewenste maat worden
ingesteld.
• De beide vergrendelknoppen (15) aanhalen om de paral-
lelaanslag (7) te bevestigen.
• Maak een testsnede voor het meten van de breedte, voordat
u het eigenlijke werkstuk zaagt. Zo voorkomt u onnauwkeu-
righeden van de schaalverdeling of de instelling.
10.4.4 Aanslaglengte instellen (afb. 15, 17)
Om het vastklemmen van het snijmateriaal te vermijden, kan de
aanslagrail (17) in de lengterichting worden verschoven.
Vuistregel: Het achterste einde van de aanslag stoot tegen een
bedachte lijn, die ongeveer bij het midden van het zaagblad
begint en onder een hoek van 45° naar achteren verloopt.
1.
Benodigde zaagbreedte instellen.
2.
Schroeven (16a) losdraaien en de aanslagrail (17) zo
ver naar voren schuiven, totdat de bedachte 45°-lijn
wordt geraakt.
3.
Schroeven (16a) weer aanhalen.
10.5 Gebruik van de dwarsaanslag (afb. 18)
Bij het zagen moet de dwarsaanslag (2) met de aanslagrail
(17) vanuit de parallelaanslag (7) worden verlengd (afb. 18).
10.5.1 Dwarsaanslag verlengen
1.
De aanslagrail (17) van de parallelaanslag (7) verwijde-
ren. Hiertoe de schroeven (16a) losdraaien en de aan-
slagrail (17) van de houder (16) loshalen.
2.
De hamerkopbouten langs de groef in de aanslagrail
(17) schuiven.
3.
De aanslagrail (17) met behulp van de kartelschroeven
(18) op de dwarsaanslag (2) bevestigen.
LET OP:
Aanslagrail niet te ver naar het zaagblad toe schuiven. De af-
stand tussen aanslagrail (17) en zaagblad (5) moet ca. 2 cm
bedragen.

11. Bedrijf

Werkinstructies
• Na elke nieuwe afstelling is het aan te raden een proefsnede
uit te voeren om de afgestelde afmetingen te controleren.
• Na het aanzetten van de zaag wachten tot het zaagblad
zijn maximumtoerental heeft bereikt voordat u de snede uit-
voert.
• Let op bij het insnijden!
• Gebruik het toestel alleen met afzuiging.
• Controleer en reinig regelmatig de afzuigkanalen.
11.1 Uitvoeren van langssneden (afb. 19)
Hierbij wordt een werkstuk in lengterichting doorsneden. Eén
kant van het werkstuk wordt tegen de parallelaanslag (7) ge-
duwd terwijl de vlakke zijde op de zaagtafel (1) ligt.
De zaagbladafdekking (4) moet altijd op het werkstuk worden
neergelaten. De werkstand tijdens het zagen in lengterichting
mag nooit in één lijn met het verloop van de snede zijn.
1.
Parallelaanslag (7) afstellen naargelang van de hoogte
van het werkstuk en de gewenste breedte (zie 10.4).
2.
Zaag aanzetten.
3.
Handen met gesloten vingers plat op het werkstuk leggen
en het werkstuk langs de parallelaanslag (7) het zaag-
blad (5) in schuiven.
4.
Met de linker of rechter hand (naargelang de positie van
de parallelaanslag) zijdelings geleiden, maar enkel tot
de voorkant van de zaagbladafdekking (4).
5.
Werkstuk steeds tot het einde van het spouwmes (3)
doorschuiven.
6.
De snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen tot het zaag-
blad (5) opnieuw tot stilstand is gekomen.
7.
Lange werkstukken aan het einde van het snijden beveili-
gen tegen neerkantelen! (b.v. afrolstandaard etc.).
LET OP:
De parallelaanslag moet parallel ten opzichte van het zaag-
blad worden ingesteld (zie 9.7). Controleer de uitlijning en
controleer regelmatig en vooral tijdens het gebruik evenals bij
langdurig buiten gebruik, dat de parallelaanslag vastzit. Haal
de schroef weer aan en stel de parallelaanslag in (zie 10.4.3),
indien nodig. Door trillingen kunnen schroeven loskomen en
kan de parallelaanslag worden verschoven.
11.1.1 Snijden van smallere werkstukken (afb. 20)
Langssneden van werkstukken met een breedte van minder dan
120 mm moeten zeker met gebruikmaking van een schuifstok
(14) worden uitgevoerd. Schuifstok (14) is niet bij de levering
begrepen. Versleten of beschadigde schuifstok (14) onmiddel-
lijk vervangen.
1.
Stel de trekgeleider overeenkomstig de beoogde werk-
stuk breedte. (zie 10.4).
2.
Gebruik het werkstuk met beide handen verschuiven, in
het gebied van het zaagblad se een duwstok (17) en
stuwkracht hulp.
3.
Werkstuk altijd door te stoten tot het einde van het
spouwmes.
m WAARSCHUWING:
Kortom werkstukken duwen stick (14) is om gebruikt te worden,
zelfs aan het begin van een hoofdstuk.
11.1.2 Snijden van zeer smalle werkstukken
(afb. 21)
Voor langssneden van zeer smalle werkstukken met een breed-
te van 30 mm en minder moet zeker een schuifhout worden
gebruikt.
Het duwhout is niet bij de levering inbegrepen! (Verkrijgbaar in
de desbetreffende gespecialiseerde handel). Versleten schuif-
stok tijdig vervangen.
Werkstukken kunnen bij het zagen tussen de parallelaanslag
en het zaagblad vastgeklemd raken, door het zaagblad wor-
den vastgegrepen of worden weggeslingerd. Daarom is het
lagere geleidingsvlak van de parallelaanslag geprefereerd
(zie afb. 16). Zet indien nodig de aanslagrail om (zie 10.4.2).
1.
De parallelaanslag is ingesteld op de maaibreedte van
het werkstuk.
2.
Druk op het werkstuk met openslaande hout tegen het
hek spoor en het werkstuk met de duwstok (14) tot het
einde van het spouwmes Duch push.
NL/BE
59

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis