Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Comfortabel Koken; Kooktabel - Pelgrim IDK836 Anleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für IDK836:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

pannen
18
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn.
Een pan is geschikt wanneer:
I
de panbodem wordt aangetrokken door een magneet;
de pan geschikt is voor elektrisch koken.
I
Gebruik alleen pannen met een dikke (minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die
geschikt zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met het "Class
Induction" keurmerk.
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is of niet geschikt zijn voor
elektrisch koken, zijn ongeschikt voor gebruik op de inductiekookplaat.
Geschikt
speciale roestvrijstalen pannen voor inductiekoken;
I
solide geëmailleerde pannen;
I
I
geëmailleerde gietijzeren pannen.
Ongeschikt
Aardewerk, aluminium, kunststof, koper, porselein, roestvrijstaal
Wees voorzichtig met plaatstaal geëmailleerde pannen. Deze kunnen
beschadigd raken als ze gebruikt worden voor inductiekoken. Met name
wanneer deze pannen een te dunne bodem hebben.
Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
email afspringen (het email laat los van het staal) wanneer u de kookplaat op
I
een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
I
de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of door gebruik
van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem
kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel
wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt
buiten de garantie.

comfortabel koken

19

Kooktabel

De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de
instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht
en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
I
snel aan de kook brengen;
slinken van bladgroenten;
I
blancheren van groenten;
I
I
verhitten van olie en vet;
bakken van biefstuk (saignant, rood);
I
onder druk brengen van een snelkookpan;
I
I
koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
I
aanbraden van vlees;
bakken van platvis, dunne moten of filet;
I
bakken van gare aardappelen;
I
I
bereiden van glad gebonden soepen en sauzen;
bakken van omeletten;
I
bakken van biefstuk (medium, rozerood);
I
I
frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:
I
bakken van dikke pannenkoeken;
bakken van dik, gepaneerd vlees;
I
gaar bakken van dun vlees;
I
I
doorbraden van groot vlees;
uitbakken van spek of bacon;
I
bakken van rauwe aardappelen;
I
I
bakken van wentelteefjes;
bakken van gepaneerde vis;
I
bakken van dun, gepaneerd vlees;
I
I
bakken van omeletten.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis