Voorbeeld Van Bedrading En Instellen Van De Afstandsbediening; Voorbeeld Van Bedrading - Panasonic Urban Multi S-20LM3HPQ Installations- Und Bedienungsanleitung

Er moet een werkschakelaar worden geïnstalleerd die de
voeding voor het hele systeem kan uitschakelen.
Dit systeem omvat meerdere binnenunits. Markeer elke
binnenunit als unit A, unit B, enz. Zorg ervoor dat de bedrading
van de klemmenstrook naar de buitenunit en HR-box met elkaar
overeenstemmen. Als de bedrading en de leidingen tussen de
buitenunit en een binnenunit niet met elkaar overeenstemmen
kan er een storing optreden in het systeem.
Elektrische specificaties
Model
S-20~125LM3HPQ
Model
S-20LM3HPQ
S-25,32LM3HPQ
S-40,50LM3HPQ
S-63LM3HPQ
S-80LM3HPQ
S-125LM3HPQ
MCA: Minimaal opgenomen vermogen in het circuit (A)
MFA: Maximale zekeringsstroom (A)
KW: Nominaal afgegeven vermogen van de ventilatormotor (kW)
FLA: Maximaalstroom (A)
LET OP Raadpleeg
gegevens".
Specificaties voor lokale zekeringen en kabels
Model
S-20~125LM3HPQ
Model
S-20~125LM3HPQ
LET OP
V
OORBEELD VAN BEDRADING EN INSTELLEN
VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Aansluiten van de bedrading
Voedingsbedrading
Verwijder het deksel van de schakelkast (1) en sluit de draden
aan op de binnenkant van de voedingsklemmenstrook. Trek
daarbij de binnenste draden door de rubberen mof A en klem de
draden vast met de andere draden met behulp van klem A.
Daarbij moet u de clip van klem A losmaken door erop te
drukken. Bevestig na de aansluiting klem A zoals voorheen.
Bedrading van de unit en de afstandsbediening
Verwijder het deksel van de schakelkast (2), trek de binnenste
draden door de rubberen mof B en sluit ze aan op de
klemmenstrook voor de transmissiebedrading van de unit.
S-20~125LM3HPQ
Urban Multi airconditioner
4PW15112-1B
Downloaded from www.Manualslib.com
Hz Volt Spanningsbereik
50 230 min. 198-max. 264
Voeding Ventilatormotor
MCA MFA KW
0,5 16 A 0,010
0,5 16 A 0,015
0,8 16 A 0,020
0,9 16 A 0,030
1,1 16 A 0,050
1,3 16 A 0,085
voor nadere details
Voedingskabel
Lokale zekeringen Draad
16 A H05VV-U3G
Transmissiebedrading
Draad
Mantelkabel (2)
0,75-1,25mm
Raadpleeg voor nadere details "Voorbeeld van
bedrading" op bladzijde 5.
De maximaal toegestane lengte van de trans-
missiebedrading tussen binnen- en buitenunits,
en tussen de binnenunit en de afstandsbediening
is als volgt:
• Buitenunit - binnenunit: max. 1000 m (totale
draadlengte: 2000 m)
• Binnenunit - afstandsbediening: max. 500 m
(Raadpleeg figuur 11)
manuals search engine
Voorzorgsmaatregelen
1 Klemmenstrook voor de transmissiebedrading van de unit
2 Klem
3 Transmissiebedrading tussen de units
4 Bedrading van de afstandsbediening
5 Voedingsbedrading
6 Lokaal aan te kopen draden
7 Voedingsklemmenstrook
8 Aardklem (meegeleverd met de unit)
1 Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar
de voedingsklemmenstrook.
• Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op dezelfde
voedingsklem
veroorzaken).
FLA
• Sluit draden met eenzelfde gauge als volgt aan.
0,4
0,4
0,6
0,7
0,9
2 De totale spanning van de dwarsbedrading tussen binnenunits
1,0
moet minder dan 12 A bedragen. Tak de leiding buiten de
klemmenstrook van de unit af in overeenstemming met de
normen voor elektrische uitrustingen bij gebruik van een dubbele
voedingskabel met een gauge groter dan 2 mm
De aftakking moet zodanig worden beschermd dat die minstens
"Elektrische
even goed is geïsoleerd als de voedingskabel zelf.
3 Sluit geen draden met een verschillende gauge aan op dezelfde
aardklem. Losse
aantasten.
4 De afstandsbedieningskabels en aansluitdraden van de units
moeten zich op minstens 50 mm afstand bevinden van de
Diameter
voedingskabel. Anders kan er een storing optreden als gevolg
Lokale
van elektrische interferentie.
reglementering
5 Raadpleeg de "Montagehandleiding van de afstandsbediening"
die is meegeleverd met de afstandsbediening voor het bedraden
van de afstandsbediening.
Diameter
2
6 Sluit de voedingskabel nooit aan op de klemmenstrook voor
transmissiebedrading. Dit kan het hele systeem beschadigen.
7 Gebruik uitsluitend gespecificeerde draden en sluit die stevig
aan op de klemmen. Let op dat de draden geen externe druk
uitoefenen op de klemmen. De draden moeten zich ook in de
juiste volgorde bevinden zodat ze geen andere uitrusting
belemmeren zoals het openduwen van het servicedeurtje. Zorg
ervoor dat het deksel stevig sluit. Slecht uitgevoerde
aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken of, in het
slechtste geval, kortsluiting of brand.
V
OORBEELD VAN BEDRADING
Voorzie de voedingskabel van elke unit met een schakelaar en
zekering, zoals in figuur 13.
1 Voeding
2 Hoofdschakelaar
3 Voedingskabel
4 Transmissiebedrading
5 Schakelaar
6 Zekering
7 HR-box
8 Binnenunit
9 Afstandsbediening
(Raadpleeg figuur 12)
(Losse aansluitingen kunnen oververhitting
2
(Ø1,6).
aansluitingen kunnen de bescherming
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5