NL
NEDERLANDS
De werking van de 2 apparaten die gelijktijdig kunnen werken vindt roule-
rend plaats tussen 3 apparaten, zodat de maximale afwisselingstijd (ET)
van elk ervan in acht kan worden genomen. In het geval een van de actie-
ve apparaten een storing heeft, treedt er geen enkele reserve in werking
aangezien er niet meer dan 2 apparaten tegelijk (NC=2) kunnen starten
en er 2 actieve apparaten aanwezig blijven. De reserve begint te werken
zodra een andere van de overige 2 apparaten een storing heeft.
257
7.6.13 - AE: activering blokkeringverhindering
-
7.6.14 - AF: activering antibevriezingsfunctie
7.6.15 - Set-up van de digitale hulpingangen IN1, IN2, IN3, IN4
-
-
-
-
-
-