Inhaltsverzeichnis
Werbung
RATIOLINE plus
2. MONTAGE
2.1 KESSELMONTAGE
Der Kessel muß so aufge-
-
stellt werden, daß er so-
wohl baurechtlich als auch
nach den Heizraumricht-
linien (falls zutreffend) kor-
rekt eingebaut wird. Es ist
auf genügend Wandab-
stand zu achten (60 cm).
Der Heizraum ist sauber
zu halten und darf nicht als
Lagerraum für brennbares
Material genutzt werden.
Achten Sie unbedingt auf
-
eine ebene und waage-
rechte Standfläche.
Die angeschlossenen
-
Rohre und elektrischen
Verdrahtungen sind unbe-
dingt spannungs- und last-
frei zu montieren, um
mechanische Einflüsse auf
den Kessel zu vermeiden.
Die Ölschläuche müssen
-
knickfrei verlegt werden
und müssen ausreichende
Länge besitzen, um den
Brenner zu Wartungs-
zwecken schwenken oder
drehen zu können.
Der Aufstellraum muß über
-
ausreichende Zu- und
Abluftöffnungen verfügen.
Es ist unbedingt darauf zu
achten, daß diese Öffnun-
gen nicht verschließbar
sind. Ein Hinweis an den
Endkunden über die Not-
wendigkeit der Lüftung ist
unabdingbar.
2.2 BRENNERMONTAGE
Die Kesseltür verfügt über
-
4 Bohrungen nach EN 226
Standard, um die Brenner-
montage zu ermöglichen.
Bitte achten Sie darauf,
-
daß die Isolierung der
Kesseltür nicht beschädigt
wird. Dieses würde sonst
zu einer Überhitzung des
Brenners und der
Kesseltür führen.
Achten Sie auf einen
-
perfekten Sitz der
Isolierung, des
Brennerflansches und
dessen Dichtung (siehe
Fig. 2.)
RATIOLINE
2. ASSEMBLY
2.1 BOILER ASSEMBLY
The boiler must be placed
-
with distances from boiler
room walls that comply
with existing building
codes and offer easy
access for maintenance.
The support surface for the
-
boiler must be horizontal.
Pipelines that connect to
-
boiler fittings must be
supported and placed so
that they do not create
dangerous stresses on the
connection fittings
themselves.
Connections for the two
-
flexible tubes to the burner
must be installed in a
convenient position that
permits easy opening of
the burner support plate.
Ventilation must guarantee
-
a correct supply of air to
the burner: fresh air
arriving from the lower part
of the boiler room and
opening from the high part
of the room.
2.2 BURNER
INSTALLATION
The burner door has 4 M8
-
holes threaded to EN 226
standards to permit
connection to the burner.
The door is also internally
-
insulated with a special
ceramic fiber insulation
that has a central hole.
Please check whether this
insulation is not damaged.
Check that there is a
-
perfect seal between the
door and the burner flange
after installing the ceramic
fiber seal furnished with
the burner (see fig. 2).
2. MONTAGE
2.1 MONTAGE DE LA
CHAUDIÈRE
La chaudière doit être
-
placée de façon à
respecter les distances
minimales visées par les
règlements en vigueur, par
rapport aux parois du local
de la chaudière et à
assurer, en tout état de
cause, un accès aisé pour
la maintenance.
Le plan d'appui du
-
générateur doit être
horizontal.
Les tubulures qui arrivent
-
aux raccords de la
chaudière doivent être
soutenues et disposées de
façon à ne pas causer
d'efforts dangereux pour la
stabilité des raccords.
Les raccords pour les deux
-
tuyaux souples du brûleur
doivent être fixés sur la
position la plus convenable
pour permettre une
ouverture libre de la
plaque porte-brûleur.
La ventilation devra
-
correctement assurer
l'alimentation d'air du
brûleur: arrivée d'air frais
par le bas et évacuation
d'air vicié par le haut du
local.
2.2 MONTAGE DU
BRÛLEUR
La porte brûleur est percée
-
de 4 trous filetés M8
placés conformément à la
norme EN 226, de façon à
permettre le raccordement
au brûleur.
De plus, la porte est isolée
-
à l'intérieur par une
isolation spéciale en fibre
céramique munie d'un trou
central.
Enfin, contrôler l'étan-
-
chéité parfaite entre la
porte et la bride du brûleur
en intercalant le joint en
fibre de céramique livré
avec le brûleur (Cf. fig. 2).
2. MONTAGE
2.1 MONTAGE VAN DE
KETEL
Bij de plaatsing van de
-
ketel moeten de afstanden
tot de wanden van de
ruimte voldoen aan de
vereisten van de geldende
bouwvoorschriften en moet
voldoende plaats worden
gelaten voor onderhoud.
Het steunvlak voor de
-
ketel moet horizontaal zijn.
Leidingen die worden
-
aangesloten op de ketel
moeten zo worden
ondersteund en geplaatst
dat ze geen gevaarlijke
druk uitoefenen op de
aansluitingen zelf.
De aansluitingen van de
-
twee flexibels op de
brander moeten worden
geïnstalleerd op een
geschikte plaats, die het
gemakkelijk openen van
de steunplaat van de
brander mogelijk maakt.
De ventilatie moet een
-
correcte toevoer van lucht
naar de brander
garanderen: verse lucht
afkomstig van het onderste
deel van de ketelkamer en
oude lucht die uit het
bovenste deel van de
kamer wordt geblazen.
2.2 MONTAGE VAN DE
BRANDER
In de branderdeur zijn 4
-
M8-gaten voorzien met
een schroefdraad die over-
eenstemt met de norm EN
226 voor aansluiting op de
brander.
Ook is de deur langs de
-
binnenkant geïsoleerd met
een speciale isolatie uit
keramische vezel met een
gat in het midden.
Controleer of er een per-
-
fecte afdichting is tussen
de deur en de branderflens
na het installeren van de
afdichting uit keramische
vezel, die bij de brander
wordt geleverd (zie fig. 2)
- 5 -
Werbung
Inhaltsverzeichnis
