Inhaltsverzeichnis
Werbung
RATIOLINE plus
3.3 ELEKTROINSTALLA-
TION
Die elektrische Verdrahtung
muss entsprechend den
gültigen gesetzlichen
Bestimmungen erfolgen.
Das elektrische Netz muss
über eine reguläre Erdung
verfügen. Eine "Nulleiter-
lösung" als Schutzerdung ist
unzulässig.
WICHTIG: DER HER-
STELLER HAFTET NICHT
FÜR PERSONEN - UND
MATERIALSCHÄDEN
DURCH UNZULÄSSIGE
ERDUNG.
Es ist durch einen quali-
fizierten Elektroinstallateur
zu prüfen, ob die
Sicherungen und
Leitungquerschnitte den
Anforderungen des Heizkes-
sels und der angeschlosse-
nen Anlagenkomponenten
entsprechen.
Ein Heizungsnotschalter
sollte ausserhalb des Heiz-
raumes installiert werden.
3.4 ABGASANSCHLUß
Ein korrekter und
energiesparender
Heizbetrieb ist abhängig von
einer korrekten und gut
ausgelegten Abgasanlage.
Die Auslegung des
Schornsteins und die
Möglichkeiten des
Schornsteinanschlusses,
wie auch die Notwendigkeit
einer Sanierung sind mit
dem jeweiligen
Bezirksschornsteinfegermeis
ter abzustimmen.
Sollte die Abgastemperatur
am Schornsteinende 70°C
unterschreiten, so ist ein
feuchtigkeitsunempfindlicher
Kaminwerkstoff zu wählen.
RATIOLINE
3.3 ELECTRIC SYSTEM
The electric system must be
made according to current
regulations. In particular, as
required by law, there must
be a proper connection to an
efficient ground system.
IMPORTANT: THE
MANUFACTURER IS NOT
RESPONSIBLE FOR
HARM TO PERSONS OR
DAMAGE TO PROPERTY
CAUSED BY AN
INADEQUATE GROUND
SYSTEM.
Have the electric system
checked by professionally
qualified electricians who
certify that the electric plant
corresponds to the
maximum power absorbed
by the boiler and, in
particular, makes sure that
cable sizes are suitable and
that a multi-pole switch has
been installed outside the
boiler room as required by
law.
3.4 CONNECTION TO THE
FLUE
Proper boiler operation is
strictly related to proper
sizing of the flue. Flue sizing
must be done according to
current regulations. When
calculating this size take the
smoke delivery rate at the
boiler's rated power into
consideration.
When smoke temperature
drops below 160°C the flue
must be thermally insulated
or, as an alternative, made
of material that resists
condensate.
3.3 INSTALLATION
ELECTRIQUE
L'installation électrique doit
être réalisée conformément
aux normes en vigueur.
Notamment, on doit
effectuer - comme il est
prévu - un branchement
correct sur une installation
de mise à la terre efficace.
IMPORTANT: LE
CONSTRUCTEUR N'EST
PAS RESPONSABLE DES
DOMMAGES CAUSES
AUX PERSONNES ET AUX
CHOSES PAR UNE
INSTALLATION DE MISE A
LA TERRE INADEQUATE.
Faire vérifier l'installation
électrique par un personnel
qualifié: celui-ci devra
certifier la conformité de
l'installation électrique avec
la puissance maximale
absorbée par la chaudière et
contrôler notamment si la
section des câbles est
convenable et qu'un
interrupteur omnipolaire a
été installé à l'extérieur du
local de la chaudière,
comme visé par la loi.
3.4 RACCORDEMENT AU
CONDUIT DE FUMEE
Le fonctionnement régulier
de la chaudière est
strictement lié au bon
dimensionnement du conduit
de fumée. Le
dimensionnement de la
cheminée doit être effectué
conformément aux normes
en vigueur. Pour le calcul, il
faut tenir compte du débit
des fumées à la puissance
nominale de la chaudière.
Lorsque la température des
fumées descend au-dessous
de 160°C, il faut que le
conduit de fumée soit
thermiquement isolé ou bien
qu'il soit construit en un
matériau résistant au
condensat.
3.3 ELEKTRISCH
SYSTEEM
Het elektrisch systeem moet
worden uitgevoerd in
overeenstemming met de
geldende reglementen. De
wet verplicht meer in het
bijzonder een correcte
aansluiting op een goed
werkend aardingssysteem.
BELANGRIJK: DE
FABRIKANT IS NIET
AANSPRAKELIJK VOOR
PERSOONLIJK LETSEL
OF BESCHADIGING VAN
EIGENDOM
VEROORZAAKT DOOR
EEN ONTOEREIKEND
AARDINGSSYSTEEM.
Laat het elektrische systeem
nakijken door een bevoegde
elektricien, die moet
verklaren dat de elektrische
installatie overeenstemt met
het maximum opgenomen
vermogen van de ketel en
met name moet controleren
of de kabels voldoende dik
zijn en of een meerpolige
schakelaar is geïnstalleerd
buiten de boilerruimte, zoals
bij wet is verplicht.
3.4 AANSLUITING OP DE
SCHOORSTEEN
Een goede werking van de
ketel is rechtstreeks
afhankelijk van een juiste
schoorsteendiameter. Voor
de diameter van de
schoorsteen moeten de
geldende reglementen
worden nageleefd. Houd bij
het berekenen van de
diameter rekening met het
rookgasdebiet bij nominaal
vermogen van de ketel.
Wanneer de
rookgastemperatuur zakt
onder 160°C, moet de
schoorsteen thermisch
worden geïsoleerd ofwel
vervaardigd zijn uit materiaal
dat bestand is tegen
condensaat.
- 11 -
Werbung
Inhaltsverzeichnis
