62 Nederlands
Informatie over emissies en immuniteit
Het Connex Device is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of
gebruiker van het Connex Device moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietest
RF-emissie
CISPR 11
RF-emissie
CISPR 11
Harmonische emissie
IEC 61000-3-2
Spanningsschommelin
gen/flikkeremissie
IEC 61000-3-3
a
Het Connex Device bevat een zender met orthogonale frequency-division multiplexing van 5 GHz of een spread
spectrum zender met frequency hopping van 2,4 GHz voor draadloze communicatie. De radio wordt gebruikt in
overeenstemming met de vereisten van diverse instanties, waaronder FCC 47 CFR 15.247 en de Richtlijn betreffende
radioapparatuur 2014/53/EU. De zender valt niet onder de EMC-vereisten van 60601-1-2, maar deze vereisten dienen in
overweging te worden genomen bij het oplossen van mogelijke interferentieproblemen tussen dit apparaat en andere
apparatuur.
WAARSCHUWING Zorg voor een minimumafstand tussen de Connex
Devices en draagbare RF-communicatieapparatuur. De prestaties van
Connex Devices kunnen worden aangetast als u niet voldoende afstand
aanhoudt.
Elektromagnetische emissie
Naleving
Elektromagnetische omgeving - richtlijn
Groep 1
Het Connex Device maakt uitsluitend gebruik van RF-energie voor
interne functies. Daarom is de RF-emissie door dit apparaat zeer laag
en is interferentie met nabij geplaatste elektronische apparatuur niet
waarschijnlijk.
Klasse B
Het Connex Device is geschikt voor gebruik in alle instellingen, met
inbegrip van woonomgevingen en instellingen die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare laagspanningsnetwerk dat woningen van
stroom voorziet.
Klasse A
Voldoet aan norm
®
Welch Allyn Connex
Devices EMC Tables
WAARSCHUWING Dit apparaat/systeem is
uitsluitend bestemd voor gebruik door medische
zorgverleners. Dit apparaat/systeem kan radio-
interferentie veroorzaken of de werking van
apparatuur in de buurt verstoren
noodzakelijk om maatregelen te nemen die de
interferentie verminderen, zoals het anders richten of
het verplaatsen van het Connex Device of het
afschermen van de locatie.
a
. Het is mogelijk