De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de beschikbare ruimte van het interne geheugen of "Memory Stick" (blz. 16). Als
•
er geen beschikbare ruimte is, voer dan één van de volgende handelingen uit:
Wis overbodige beelden (
–
Plaats een andere "Memory Stick".
–
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 86).
•
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet de modusschakelaar op
•
Zet de modusschakelaar op
•
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
Voer één van de volgende handelingen uit:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 20, 86).
–
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
Zet de modusschakelaar op een andere functie dan
•
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 16). Dit is normaal.
•
Het beeld is onscherp.
De (Landschapsfunctie) of
•
opnemen van stilstaande beelden.
Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 28.
•
De zoomfunctie werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 41).
•
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
•
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 41).
•
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
•
Het beeldformaat is ingesteld op [4M] of [3:2].
–
U opneemt in de [Multi Burst] functie.
–
Opnemen van bewegende beelden.
–
NL
74
stap 6 in "Lees dit eerst").
t
wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
(Schemerfunctie) is gekozen als scènefunctie bij het
(blz. 23).