Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

VOLTCRAFT VC-63 SE Bedienungsanleitung Seite 11

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

PICTOGRAMVERKLARINGEN
Wisselspanning (AC)
V/AC: Wisselspanning
V AC DC
V/DC: Gelijkspanning
12/24/36/50/120/230/400/690 Indicatie van het nominale spanningsbereik in Volt (V)
Gelijkspanning pluspotentieel DC
Gelijkspanning minpotentieel DC
k Ω
Elektrische weerstand in kilo-Ohm
Hz
Elektrische frequentie (Hertz)
De enkelpolige fase-indicator van 100 - 690 V en waarschuwing
voor gevaarlijke spanning (>50 V/AC, >120 V/DC) functioneren
ook met lege of zonder batterijen
Pictogram voor doorgangstest
Batterijpictogram voor gebruikte batterij
Conformiteitsaanduiding, CE-gekeurd
Apparaat en uitvoering voor het werken onder spanning. Per-
soonlijke veiligheidsmaatregelen aangeraden
Beschermklasse 2 (dubbele of dikkere isolatie/beschermende
isolatie)
BATTERIJEN PLAATSEN / VERVANGEN
Verwijder de spanningstester van het huidige meetobject.
Houd de twee meetsondes bijeen. Als er een geluidssignaal klikt of als in de display een lege bat-
terij wordt weergegeven, moeten de batterijen worden vervangen. Breng voor uw veiligheid de twee
kunststof beschermkappen/afdekkingen van de meetsondes aan. Draai hiervoor de schroef (15)
los met behulp van een kleine kruiskopschroevendraaier. Trek nu het batterijvak (14) voorzichtig
langs de kabel naar beneden. Haal eventueel de lege batterijen uit het meetapparaat en plaats
twee nieuwe batterijen van hetzelfde type (zie „Technische gegevens") met de juiste polariteit in het
batterijvak. Het gebruik van oplaadbare accu's is niet toegestaan. Alkalinebatterijen worden aanbe-
volen, omdat deze garant staan voor een langere gebruiksduur. Schuif het batterijvak weer omhoog
totdat het hoorbaar vastklikt en sluit het weer zorgvuldig met de schroef (15).
BEDIENINGSELEMENTEN
1
Meetsondes
2
Meetsonde „-"
3
Meetsonde „+"
4
Houder voor de tweede meetdraad
5
LED gevaarlijke spanning
6
Spanningsindicatie AC of DC
7
Doorgangsindicatie
8
Spanningsindicatie
9
Aanwijzing handmatige laadoptie aansluiting
voor testen (RCD-Test)
10
Staafdiagramindicatie
11
Indicatie batterij leeg
12
Toets handmatig belasten aansluiting
voor testen (RCD-Test)
13
Toets meetsondeverlichting
14
Batterijvak
15
Schroef van batterijvak
FUNCTIETEST / ZELFTEST
Het wordt aanbevolen de functie van het meetapparaat voor elk meetproces te testen.
Houd de twee meetsondes bijeen. Er is een geluidssignaal te horen en het pictogram (7) gaat
branden. Het product is gebruiksklaar.
Het meetapparaat wordt automatisch ingeschakeld wanneer het de betreffende meetgrootheid
detecteert. Na een meting wordt het meetapparaat automatisch uitgeschakeld om stroom te sparen.
Als er geen geluidssignaal te horen is, moeten de batterijen worden vervangen. Als het apparaat na
het vervangen van de batterijen nog steeds niet functioneert, mag het product niet worden gebruikt!
Voor een zelftest van het meetinstrument gaat u als volgt te werk: druk in uitgeschakelde toestand
gedurende ongeveer 4 seconden de toets van de meetpuntenbelichting (13) in. Alle LED's/symbo-
len, de meetpuntenbelichting en de bieper zijn gedurende 2 seconden actief.
Plaats altijd de afdekking op de meetsondes als u het meetapparaat niet meer nodig
hebt.
SPANNINGSTEST
Verbind de twee meetsondes met het meetobject.
De spanningstester wordt vanaf een spanning van 12 V automatisch ingeschakeld.
Bij het gebruik van de spanningstester in meetcategorie CAT III en CAT IV wordt aanbevolen
de meegeleverde kunststof beschermkappen op de meetsondes (2) en (3) te plaatsen om
de blootgestelde lengte van de contactpunten te reduceren. Dit vermindert het risico op een
mogelijke kortsluiting tijdens het meetproces.
Voor het gebruiksgemak is het product voorzien van een houder (4) voor de tweede meet-
draad. Dit vergemakkelijkt bijv. het meten van stopcontacten.
Bij gelijkspanningen verwijst de polariteit van de weergegeven spanning naar de meets-
onde van het meetapparaat (3).
Bij lege batterijen werkt vanaf een testspanning van 50 V/AC en 120 V/DC alleen de
waarschuwingsindicatie (5) voor „gevaarlijke spanning". Als deze indicatie brandt, mag u
de meetcontacten nooit aanraken. Vervang de batterijen.
In de LC-display (8) wordt de gemeten spanning (AC/DC) en in het staafdiagram het
meetbereik weergegeven.
DOORGANGSTEST
Alvorens een doorgangstest uit te voeren, moet u controleren of het meetobject vrij is van
spanning.
Verbind de twee meetsondes met het meetobject. Bij een doorloop totmax. 400 kΩ
+50% weerklinkt een pieptoon en op het LCD-scherm wordt het doorloopsymbool
(7) en Con weergegeven.
Ontkoppel de meetsondes na het meetproces van het meetobject.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis