Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Algemene Informatie - Interlogix VE700AM Serie Installationsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
ontvangen signaalniveaus opslaan als referentieniveaus. Dit
duurt ongeveer 75 seconden. Gedurende deze periode moet
de omgeving vrij blijven van bewegingen en objecten die
tijdelijk binnen 50 cm van de detector worden geplaatst.
U kunt de antimaskering testen door de PIR Dipswitch 4 in te
stellen op Aan (LED Aan) en uw hand gedurende 12 seconden
(bij standaardgevoeligheid) of 6 seconden (bij hoge
gevoeligheid) op een afstand van ongeveer 10 cm voor de
detector te houden. Het gele lampje gaat branden.
De straal uitlijnen en de looptest van de
detector uitvoeren
Met behulp van het VE710-uitlijningsgereedschap
Zie figuur 18 en 19.
1.
Plaats de VE710 in het subframe, met de Aan/Uit-
schakelaar naar de grond gericht.
2.
Sluit aan op de COM-poort.
3.
Schakel de VE710 in.
WAARSCHUWING! Kijk nooit recht in de laserstraal.
Het afgegeven vermogen is minder dan 1 mW. De laser
van de VE710 is door IEC60825-1 geclassificeerd als een
Class 2 laser. De reflex van het oog om te knipperen is
snel genoeg om permanente schade aan het oog te
voorkomen.
4.
De laserstip geeft de uitlijning van de detector aan
(figuur 18). Als die stip op de wand afwijkt van het midden
van het gewenste detectiegebied 1 m vanaf de grond,
draait u de borgschroeven in de basis los (zie figuur 4) en
gebruikt u de drie bijstelschroeven in de basis om de
detector weer met het midden uit te lijnen, zoals in
figuur 19 is weergegeven. Nadat u de stip weer juist hebt
uitgelijnd, draait u de borgschroeven op de basis weer
vast.
5.
Verwijder het uitlijningsgereedschap en plaats de deksel
terug.
6.
Voer de looptest uit. Controleer dat het rode lampje AAN
is na de looptest.
Zonder het uitlijningsgereedschap
Zie figuur 19.
1.
Plaats de spiegelsegmentafschermingen zodat de
detector zich in de modus single-curtain (enkele beam)
bevindt.
2.
Stel J2 in op Aan en wacht tot beide lampjes Uit zijn.
3.
Loop in het grootst mogelijke bereik met een normale
snelheid door het kijkveld van de detector (zonder te
stoppen). Wanneer u in de straal terechtkomt, beginnen
beide lampjes gelijktijdig te knipperen.
Als, nadat u door de straal bent gelopen:
a.
Het rode lampje AAN is (figuur 20, item 1), is de
uitlijning geslaagd.
b.
De rode en gele lampjes gelijktijdig knipperen, dan
bevindt er zich een obstructie in het kijkveld en is het
kijkveld ontoereikend om een alarmsituatie te
verifiëren.
P/N 149973999-3 (ML) • REV G • ISS 20DEC18
Er zijn twee mogelijkheden:
Als het knipperen begon aan het einde van het
detectiegebied, dient u de laserstraal meer naar links
uit te lijnen (figuur 20, item 2).
Als het knipperen begon aan het begin van het
detectiegebied, dient u de laserstraal meer naar
rechts uit te lijnen (figuur 20, item 3).
Draai de borgschroeven in de basis los (zie figuur 4) en
gebruik de drie bijstelschroeven in de basis om de
detector weer met het midden uit te lijnen, zoals in
figuur 20 is weergegeven. Nadat u de straal weer juist
hebt uitgelijnd, draait u de borgschroeven op de basis
weer vast.
4.
Als de lampjes niet knipperen, bevindt het gordijn zich
buiten het detectiebereik (figuur 20, item 4) . Loop op een
kleinere afstand door de straal heen om te proberen het te
detecteren.
5.
Voer de looptest opnieuw uit om te controleren dat de
detector nu juist is uitgelijnd.
6.
Stel J2 in op Uit.
Opmerkingen
Als de CLM Aan is, wordt de alarmuitgang geactiveerd.
Het verdient aanbeveling de kap op de detector te
plaatsen voordat u de CLM-looptest uitvoert.
De detectorstatus via de LED's aflezen
Tabel 3:
LED-indicatie
Detector-status
Stroom aan
Hoog-/laagspanning
CLM:
Iemand loopt door de
gordijnen
PIR-inbraakalarm
PIR-inbraakalarm
Vergrendeld PIR alarm: 1e
tot alarm
Vergrendeld PIR alarm: 2e
tot alarm
AM-alarm
Na AM-reset
Technische storing
= Doorlopend Aan
Snel knipperend (4 Hz)

Algemene informatie

Opmerking:
Stel eerst de juiste polariteit in van de
controlespanning (CV) met behulp van de PIR Dipswitch 1. De
detector staat in de nachtmodus wanneer de juiste
controlespanning wordt toegepast op terminal 10 en in de
dagmodus wanneer de controlespanning is afgesloten.
Gele
Rode
Resetten
LED
LED
Automatisch na 70 sec
Correcte spanning
toepassen
Automatisch na 3 sec
Automatisch na 3 sec
Schakelen naar
dagmodus
Schakelen naar
dagmodus
Zie Tabel 2 op pagina
40, Dipswitch 3
Schakelen naar
nachtmodus
Een looptest goed
uitvoeren
= Normaal knipperend (1 Hz)
=
41 / 60

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ve735amVe736am

Inhaltsverzeichnis