Panasonic ADC0309 series Installationshandbuch Seite 30

4
SLUIT DE KABEL AAN OP DE
TANKUNIT
WAARSCHUWING
Deze sectie is alleen voor bevoegde en erkende elektriciens.
Werkzaamheden achter de met schroeven bevestigde afdekplaat van het
bedieningspaneel 3, mogen alleen worden uitgevoerd onder supervisie
van een gekwalifi ceerde aannemer, installateur of monteur.
Bevestiging van stroomvoorzieningskabel en aansluitkabel
1. De aansluitkabel tussen de tankunit en de buitenunit moet een
goedgekeurde fl exibele kabel zijn met een polychloropreen mantel, type
60245 IEC 57 of een zwaardere kabel. Zie de tabel hieronder voor de
eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Tankunit
UD03*E5* / UD05*E5*
ADC0309*
UD07*E5* / UD09*E5*
•
Let er op dat de kleur van de draden van de buitenunit en de nummers
van de aansluitingen overeenkomen met die van de tankunit.
•
De aardedraad dient langer te zijn dan de andere draden, zoals
is aangegeven in het afbeelding, ten behoeve van de elektrische
veiligheid, in geval de draad losraakt van de houder (Klem).
2. Er moet een werkschakelaar aangesloten worden op de voedingskabel.
•
De zekering (stroomonderbreker) moet een minimum contactopening
van 3,0 mm hebben.
•
Sluit de goedgekeurde voedingskabel 1 met polychloropreen mantel en
voedingskabel 2, met typeaanduiding 60245 IEC 57, of een zwaardere
kabel aan op het aansluitbord en sluit het andere uiteinde van de kabel
aan op het isoleerapparaat (hoofdstroom uitschakelen). Zie de tabel
hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Voedingskabel Kabelafmetingen Zekeringen
Tankunit Buitenunit
UD03*E5* /
UD05*E5*
ADC0309*
UD07*E5* /
UD09*E5*
3. Om te voorkomen dat de kabel beschadigd wordt door scherpe randen,
moet de kabel door een invoerbus geleid worden (die zich onderin
het bedieningspaneel bevindt) voordat deze op het aansluitblok wordt
aangesloten. De bus moet gebruikt worden en mag niet verwijderd worden.
Aansluitingen op de buitenunit 1
Kleur van de draden (Aansluitkabels)
Aansluitingen op de tankunit 1
(Voedingskabel)
Tankunit/buitenunit
Aansluitingen op de zekeringen
vanaf de stroomvoorziening
(stroomonderbreker)
Aansluitkabels
Aansluitingsschroef
M4
M5
*1 - De aarddraad moet, om veiligheidsredenen, langer zijn dan de andere kabels.
30
Afmetingen
aansluitkabel
Buitenunit
4 x 1,5 mm
4 x 2,5 mm
aardlekautomaat
1 3 x 1,5 mm 2 15/16A 30 mA, 2P, type A
2 3 x 1,5 mm 2 15/16A 30 mA, 2P, type AC
2
1 3 x 2,5 mm 25 A 30 mA, 2P, type A
2 3 x 1,5 mm 2 15/16A 30 mA, 2P, type AC
2 3
2 3 L N
L N
aansluiting
Voeding 1
Zekering en
Aardlekautomaat/
Aardlekschakelaar
Klembord
*1
Houder (klem)
Beschermingsbus
Voedingskabel
Aanhaalmoment cN•m {kgf•cm}
157~196 {16~20}
196~245 {20~25)
Aansluiten op extern apparaat (optioneel)
1. Alle aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens de lokale nationale
bedradingsnorm.
2. Het wordt sterk aangeraden om de onderdelen te gebruiken en de
accessoires voor de installatie die door de fabrikant aangeraden zijn.
3. De tweewegklep moet van het type veer en het elektronische type zijn, zie
de tabel "Accessoires ter plaatse te leveren" voor meer details. De kabel
van de klep moet zijn (3 x min 0,5 mm
57 of zwaarder, of gelijkwaardige dubbele installatie met mantel.
* opmerking: - De tweewegklep moet een component zijn die is voorzien
4. De Kamerthermostaatkabel moet een kabel zijn (4 of 3 x min 0,5 mm
een PVC-mantel met dubbele isolatie of een rubberen mantel.
5. De externe regelaar moet een tweepolige schakelaar zijn met een
contactopening van minimaal 3,0mm. (zie voor aansluiting Diagram 4,1).
De kabel daarvan moet (2 x min 0,5 mm
van een kabel met een PVC mantel of rubber mantel.
* opmerking: - Wanneer u een dergelijke aansluiting maakt, verwijdert u
2
2
Aansluitpunten
Stroomdraad
Verwijder de jumper
als er een externe
bediening (optioneel)
Aanbevolen
is aangesloten op de
tankunit.
EISEN DIE WORDEN GESTELD AAN HET STRIPPEN EN AANSLUITEN VAN DRADEN
Draad strippen
Geen losse draad
bij het insteken
Draad volledig
L N
1 1
L N
1 1
Voeding 2
ACCEPTEREN
VEREISTE VOOR DE AANSLUITING
Voor tankunit met UD03*E5*/UD05*E5*
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-2.
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-3
en kan op het elektriciteitsnetwerk worden aangesloten.
•
Stroomvoorziening 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-2.
*1
•
Stroomvoorziening 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-11
en moet worden aangesloten op een geschikt elektriciteitsnetwerk,
met een maximaal toegestane systeemimpedantie Z
de interface. Overleg met de energieleverancier en zorg ervoor dat
stroomvoorziening 2 alleen wordt aangesloten op een voeding met die
impedantie of minder.
Voor tankunit met UD07*E5*/UD09*E5*
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC61000-3-12
als de kortsluitstroom S
interface-punt tussen de installatie van de gebruiker en het openbare
net. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of van de
gebruiker van de apparatuur te overleggen met de beheerder van het
distributienetwerk, als dat nodig is, en te controleren dat de apparatuur
alleen is aangesloten op een kortsluiting hoofdstroom S
of gelijk aan 600,00kW.
2
), van type aanduiding 60245 IEC
van een markering ten teken dat wordt voldaan aan de
CE-norm.
- Maximale belasting voor de klep is 9,8VA.
2 ) zijn, laag met dubbele isolatie
de jumper tussen aansluitpunt nr. 4 en 5.
- De gebruikte schakelaar dient een component te zijn dat
voldoet aan CE.
- maximale bedrijfsspanning moet minder dan 3A
1 2 3 4 5 6
Kabel Kabel
Kamerthermostaat
tweewegklep externe
regelaar
Schakelaar
Aansluitpunt Externe
Regelaar
4
5
Diagram 4,1: Diagram voor aansluiten Externe Regelaar
Aansluitplaat
binnenshuis/
buitenshuis
5mm of meer
(ruimte tussen draden)
Draad te ver Draad niet geheel
ingestoken ingestoken ingestoken
VERBODEN VERBODEN
groter of gelijk is aan 600,00 kW op het
sc
2
) met
zijn.
rms
7 8 9
Kabel
(ON/OFF)
= 0,445 op
max
van meer dan
sc