Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bandenspanning; Basisinstelling; Verplaatsing Van Het Maaisysteem; Gebruik Van Het Accessoire - Stiga 100 COMBI 3 Gebrauchsanweisung

Schneideplatte
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 100 COMBI 3:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL
5.3

BANDENSPANNING

Regel de bandenspanning volgens de waarden
die vermeld zijn in de tabel "Technische gegevens"
van de machine waar het accessoire mee wordt
verbonden.
5.4

BASISINSTELLING

Om optimaal te kunnen maaien, is een juiste basi-
sinstelling van de maaisysteemgroep noodzakelijk
De maaisysteemgroep staat in de basisinstel-
ling wanneer de achterzijde 5 mm hoger dan de
voorzijde staat.
Dit betekent dat de maaisysteemgroep iets vooro-
ver kantelt.
Zet de maaisysteemgroep in de basisinstelling
door hem als volgt omhoog te bewegen en vast
te zetten.
Voor machines met wielen van 17 inch: zet de
stiften of de splitpennen (4:A) in het hoogste gat
van de pen (4:B).
Voor machines met wielen van 16 inch: zet de
stiften of de splitpennen (4:A) in het middelste gat
van de pen (4:B).
Ga voor de instelling als volgt te werk:
1. Hef de maaisysteemgroep iets op door hem
vast te pakken bij het punt (4:D) om de bela-
sting op de splitpen of stift (4:A) te verlichten.
2. Verwijder de stift of de splitpen (4:A) en steek
hem in één van de nabij liggende gaten, voer
de instelling op beide armen van de maaisy-
steemgroep uit
6 VERPLAATSING VAN HET
MAAISYSTEEM
Om de maaisysteemgroep te verplaatsen laat u
hem over de 4 wielen glijden (23:A).
Om dit te doen, moet u eerst bescher-
mende handschoenen aantrekken.
Het maaisysteem heeft scherpe randen.
Let op waar u uw handen plaatst, om
snijwonden te voorkomen.
7 GEBRUIK VAN HET
ACCESSOIRE
Controleer of het gras dat u gaat maa-
ien vrij is van vreemde voorwerpen zo-
als stenen etc.
12
NEDERLANDS
7.1

MAAIHOOGTE

U krijgt de beste resultaten als een derde van de
hoogte van het gras wordt gemaaid. Zie afb. 16.
Als het gras lang is en veel korter moet worden,
kunt u beter twee keer maaien met twee verschil-
lende maaihoogtes.
Gebruik niet de minimum maaihoogte als het
oppervlak van het gazon ongelijkmatig is.
Anders loopt u het gevaar dat de snijbladen
beschadigd raken door het oppervlak en dat de
toplaag van het gazon wordt verwijderd.
7.2

HELLING

Het achterdeel van de maaisysteemgroep kan
worden opgetild, zodat het maaisysteem schuiner
staat dan bij de basisinstelling het geval is.
Deze schuine stand beïnvloedt de maairesultaten
als volgt.
7.2.1 Basisinstelling
Als de maaisysteemgroep in de basisstand staat,
worden de beste "mulch"-resultaten verkregen en
wordt het gras goed verstrooid.
De basisinstelling wordt aanbevolen voor gras van
normale lengte. Zie 5.4

7.2.2 Schuine stand

Als de maaisysteemgroep iets naar voren gekan-
teld is, wordt het "mulch"-effect verminderd terwijl
het gemaaide gras beter wordt verstrooid.
Voorover kantelen van de maaisysteemgroep
wordt aanbevolen voor dikker gras.
7.3

MAAIADVIES

Volg voor een optimaal maairesultaat onderstaan-
de aanwijzingen op.
• Maai het gras regelmatig.
• Gebruik de motor op volle kracht.
• Het gras moet droog zijn.
• Zorg dat de snijbladen scherp zijn.
• Houd de onderkant van de maaisysteemgroep
schoon.
7.4

COMPOSTEREN / ACHTERUITWORP

Het maaisysteem kan op twee manieren gras
maaien:
• Composteren van het gras in het gazon.
• Uitwerpen van het gras via de achterzijde van
de maaisysteemgroep.
De maaisysteemgroep is bij aflevering ingesteld
op composteren.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

100c e

Inhaltsverzeichnis