Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningen; Maaihoogte-Instelling; Voorwaarts Kantelen; Bevestiging Van Het Maaisysteem - Stiga 100 COMBI 3 Gebrauchsanweisung

Schneideplatte
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 100 COMBI 3:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL

4 BEDIENINGEN

4.1

MAAIHOOGTE-INSTELLING

De maaihoogte kan worden ingesteld tussen 25
en 90 mm.
Stel de maaihoogte in wanneer de ma-
chine is uitgeschakeld
1) Instelling van de maaihoogte
De instelling kan met de hiervoor bestemde
schakelaar op de hoofdmachine (indien aanwezig)
traploos worden ingesteld.
De wijzer (1:G) geeft de ingestelde hoogte aan.
De elektrische instelling is alleen actief
wanneer de stekker van de stroomka-
bel van de maaisysteemgroep in de
contactdoos (9:A) van de machine zit.
2) Handmatige instelling van de maaihoogte
De maaihoogte kan met de hendel (3:A)op ver-
schillende vaste standen worden ingesteld.
De wijzer (3:B) geeft de ingestelde hoogte aan.
4.2

VOORWAARTS KANTELEN

De achterzijde van de maaisysteemgroep kan 12
mm worden opgelicht door de twee splitpennen
of stiften (4:A) één gat omlaag te verstellen op de
pennen (4:B).
5 BEVESTIGING VAN HET
MAAISYSTEEM
De maaisysteemgroep wordt aan de hoofdmachi-
ne gekoppeld door middel van verbindingen die
aan de voorwielen vastzitten en wordt vastge-
maakt aan een ketting die met de haak voor het
opheffen van de accessoires wordt verbonden.
De verbindingen worden aan de armen gekoppeld
(1:A).
5.1
Bevestiging aan het systeem voor het
opheffen van de accessoires
De maaisysteemgroep wordt door middel van
een ketting en kniphaken met de "hendel voor
het opheffen van de accessoires" (8:A) van de
hoofdmachine verbonden.
Een kniphaak (8:B) bepaalt de werkstand en kan
in de kettingschakels worden verplaatst om het
hefvermogen in te stellen.
De andere kniphaak (8:C) wordt gebruikt voor de
reinigingsstand.
10
NEDERLANDS
5.2
BEVESTIGING OP DE MAAISYSTEEM-
VERBINDINGEN OP DE WIELEN
5.2.1 Maaisysteem met elektrische instelling
van de maaihoogte.
1. Plaats de maaisysteemgroep dicht bij de ma-
chine, steek de stekker van de stroomkabel
van de maaisysteemgroep in de contactdoos
(9:A) en stel de maximale maaihoogte in. Zie
4.1.
2. Haak de stekker uit de contactdoos.

5.2.2 Bevestiging met vaste verbindingen

Voorbeeld van vaste verbindingen, zie (5:C en
6:A).
Voer de in paragraaf 3.4 beschreven
handelingen uit
1. Plaats de maaisysteemgroep vóór de ma-
chine.
2. De verbindingen van de maaisysteemgroep
worden als volgt op de assen van de ma-
chine geïnstalleerd.
Park 2WD
• Maaisysteemgroepverbinding (6:A)
• Ring (6:B)
• Splitpen of stift (6:C)
Park 4WD
• Ring (5:D) Alleen voor machines t/m 2006.
• Maaisysteemgroepverbinding (5:C)
• Ring (5:B)
• Borgring (5:A)
3. Verwijder de stift of de splitpen (4:A) en de
ring (4:C) op beide armen van de maaisyste-
emgroep.
4. Stel, alleen voor maaisysteemgroep met
handmatige instelling van de maaihoogte, de
maximale maaihoogte in. Zie 4.1.
5. Plaats de maaisysteemgroep zo dicht moge-
lijk bij de machine.
6. Leg de riem van de maaisysteemgroep als
volgt op de poelies van de machine:
Park 2WD
• Pak met uw linkerhand de hendel van
de spanner (12:A) vast en trek hem naar
buiten toe.
• Voer met uw rechterhand de riem over de
poelie (12:B).
• Voer de riem over de poelie (12:C) van de
spanner terwijl u de spanning en de grip
langzaam loslaat.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

100c e

Inhaltsverzeichnis