Functies; Paneel Voorkant; Instelling Lasmodus - CEMONT SMARTY TX 220 Bedienungsanleitung

NL
3. Sluit de connector van de massakabel aan op de plusklem (+) en de tang
nabij het punt waar gelast moet worden.
4. Sluit de connector van de krachtkabel van de lasbrander aan op de minklem
(-).
5. Verbind de gasslang met de regelaar op de gasfles.
6. Stel de lasfunctie en de gewenste parameters in (Deel 5.0).
7. Draai de gaskraan open.
8. Aansluiting afstandsbediening.
Als u de afstandsbediening wilt aansluiten, moet de connector van de
afstandsbediening in de aansluiting op het voorpaneel worden gestoken. In
deze conditie kan het vermogen worden geregeld.
9. Schakel de generator in.

4.0 FUNCTIES

4.1

PANEEL VOORKANT

Afbeelding 1.
1 Indicatielampje lassen met
beklede elektrode (MMA)
2 Indicatielampje TIG DC lassen,
start op hoge frequentie
3 Indicatielampje TIG DC lassen,
lift-start
4 - 8 Verticale schuiftoets
11
14
5 Indicatielampje TIG-lassen
(2-fasen)
6 Indicatielampje TIG-lassen
(4-fasen)
7 Indicatielampje TIG puntlassen 25 Indicatielampje balancering golfvor-
9 Indicatielampje gepulst TIG DC 26 Frequentie-indicator voor gepulst
10 Indicatielampje TIG DC
12 Indicatielampje afstandsbedie-
ning
13 Indicatielampje afstandsbedie-
ning
15 Indicatielampje ingrijpen alar-
men
16 Indicatielampje stroomafgifte
17 Digitaal display
18 Werking digitaal instrument
FUNCTIES
19 Indicatielampje Voorgas
20 Indicatielampje beginstroom
(In modus 4T)
21 Indicatielampje stijgtijd
22 Indicatielampje nominale lasstroom
23 Indicatielampje beperkte stroom
(In modus 4T)
24 Indicatielampje puntlastijd
men
lassen
27 Indicatielampje daaltijd
28 Indicatielampje eindstroom
(In modus 4T)
29 Indicatielampje Nagas
30 Regelknop
3 1 Horizontale schuiftoets
32

5.0 INSTELLING LASMODUS

SCHUIFTOETSEN
Door de schuiftoetsen op het paneel met het symbool
minstens een seconde ingedrukt te houden, kunnen de gewenste lasfuncties worden
geselecteerd. Bij elke druk op de schuiftoets wordt een lasfunctie geselecteerd.
BELANGRIJK: DE VERTICALE SCHUIFTOETSEN WERKEN NIET TIJDENS HET
LASSEN.
5.1.1 Lassen met beklede elektrode MMA.
Door op schuiftoets 4 te drukken en het indicatielampje op symbool 1- Afb. 1 pag.
3) te brengen, wordt de lasmodus met elektrode geselecteerd.
5.1.2 TIG DC HF lassen.
Door op schuiftoets 4- Afb. 1 pag. 3) te drukken totdat het indicatielampje op
symbool 2- Afb. 1 pag. 3) komt, wordt de TIG-lasmodus met hoogspanningsstart
geselecteerd. Door het indrukken van de knop op de lasbrander wordt een hoog-
spanningsontlading veroorzaakt, waardoor de boog wordt ontstoken.
5.1.3 TIG DC lassen met lift-start.
Door op schuiftoets 4- Afb. 1 pag. 3) te drukken totdat het indicatielampje op het
symbool 3- Afb. 1 pag. 3) komt, wordt de lasmodus TIG met Lift-start geselec-
teerd.
In deze modus wordt de boog ontstoken met de volgende sequens:
a. Richt de elektrode op het te lassen werkstuk, zodat er kortsluiting ontstaat
tussen het werkstuk en de elektrode.
b. Druk vervolgens op de knop van de lasbrander: het VOORGAS start. Het
einde van het voorgas wordt gesignaleerd door een lange pieptoon.
Als deze handeling wordt uitgevoerd door te starten vanuit NAGAS, hoort u
onmiddellijk een lange pieptoon zodra knop op de brander ingedrukt wordt.
c. Tijdens de pieptoon kan de elektrode worden opgetild van het werkstuk,
zodat de boog ontstoken wordt.
5.1.4 Lassen in twee fasen.
Alleen actief in de TIG-modus.
Door op de schuiftoets 8- Afb. 1 pag. 3) te drukken, gaat het indicatielampje naar
het symbool 5- Afb. 1 pag. 3) . In deze modus moet de drukknop op de lasbrander
worden ingedrukt om de lasstroom in te schakelen. De knop moet ingedrukt
gehouden worden zolang het lassen moet duren.
5.1.5 Lassen in vier fasen.
Alleen actief in de TIG-modus.
Druk op de schuiftoets 8- Afb. 1 pag. 3) totdat het indicatie-
lampje op het symbool 6- Afb. 1 pag. 3) staat. In deze modus werkt de drukknop
(NL) 3
NL