Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

CEMONT CYBER 20 Betriebs- Wartungs Und Sicherheitsanleitung - Das Vorliegende Handbuch Gut Aufbewahren Seite 38

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 23
NL
1.0 INSTALLATIE
Voordat u de acculader installeert dient u zich ervan te verzekeren dat:
1.
Het apparaat beschermd is tegen vocht en regen.
2.
Het apparaat geïnstalleerd is op een stabiel en veilig oppervlak.
3.
Dat er voldoende ruimte rond het apparaat is voor een goede ventilatie.
4.
Maak geen kortsluiting tussen de klemmen.
5.
Dat de voedingskabel en de kabel van de klemmen in uitstekende staat
verkeren.
1.1
AANSLUITING OP HET NET
Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die aangegeven is in
de gegevenstabel die op de acculader zit (230 Vac o 240 Vac 50 / 60 Hz).
1.2
VERVANGING VOEDINGSKABEL
Voordat u welke handeling dan ook aan het apparaat
uitvoert, inclusief het vervangen van de zekering, de voedingskabel losmaken.
Geel-Groen
1.3
AANSLUITING OP DE ACCU (VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN).
Voordat u begint met opladen moet u controleren of de capaciteit van de accu
(Ah) die u wilt opladen tussen de waarden ligt die is aangegeven op het plaatje van
uw acculader.
1.
Sluit de accu aan op de lader: rode kabel op de positieve en zwarte kabel op
de negatieve pool van de accu; sluit eerst de positieve kabel aan op de (+)
klem van de accu en daarna de negatieve kabel (-) op de negatieve klem van
de accu.
2.
Zet de schakelaar op (ON)
3.
nadat het opladen voltooid is of zet de schakelaar op stand "0 (Off) " en pas
daarna de klemmen van de accu.
vervolgens de acculader op een droge plaats OPBERGEN.
OPGELET:
DE ACCUKLEMMEN NOOIT AANSLUITEN OF
LOSKOPPELEN ALS DE ACCULADER IN WERKING IS. SCHAKEL
HET APPARAAT EERST UIT.
1.4
GELIJKTIJDIG OPLADEN VAN VERSCHEIDENE ACCUMULATOREN.
Indien meer accu's tegelijkertijd moeten worden opgeladen kunnen accu's op de
juiste wijze in serie of parallel worden aangesloten. Van de twee systemen verdient
de aansluiting in serie de voorkeur omdat u op die manier de stroom kunt
controleren die door elke accu stroomt, die analoog zal zijn aan de stroom die
wordt aangegeven door de ampèremeter. (Stel de capaciteit in op de laagste
capaciteit van de twee accu's en een laadspanning gelijk aan de som van de
spanningen van de accu's).
INSTALLATIE
1.5
BEVEILIGINGEN.
De acculader is voorzien van een beveiliging die in werking treedt in geval van:
1.
Overbelasting (excessieve stroomtoevoer naar de accu).
2.
Kortsluiting van de laadtangen.
3.
Omkering van polariteit op de klemmen van de accu.
Bij de apparaten die voorzien zijn van een zekering is het, bij het vervangen van de
zekering, verplicht overeenkomstige onderdelen te gebruiken die dezelfde
nominale stroomwaarde hebben.
OPGELET: HET VERVANGEN VAN DE ZEKERING MET STROOMWAARDES DIE
ANDERS ZIJN DAN DE WAARDES DIE AANGEGEVEN ZIJN OP HET PLAATJE
KAN SCHADE AAN PERSONEN EN VOORWERPEN VEROORZAKEN. OM
DEZELFDE REDEN ONTRADEN WIJ TEN ZEERSTE DE ZEKERING TE
VERVANGEN DOOR EEN EXEMPLAAR MET TIJDELIJKE VERBINDINGSDRADEN
VAN KOPER OF ANDER MATERIAAL.
HET VERVANGEN VAN DE ZEKERING DIENT TE GESCHIEDEN MET DE
VOEDINGSKABEL LOSGEKOPPELD VAN HET STROOMNET. IN DIT LAATSTE
GEVAL ZIJN WIJ OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK OOK NIET VOOR
EVENTUELE REPARATIES.
1.6
NUTTIGE TIPS
1.
Verricht de handeling van het opladen in een goed geventileerde ruimte om
gasvorming te voorkomen.
Blauw
2.
Vóór het opladen de doppen van alle elementen openen.
3.
Controleer of het peil van de interne vloeistof van de accu boven de platen
staat, als dat niet het geval is gedistilleerd water toevoegen tot het maximale
Bruin
niveau dat aangegeven is op de accu.
4.
Raak de vloeistof in de accu niet aan.
Deze is corrosief.
5.
Verwijder eventuele oxideaanslag van de positieve en negatieve klem om
een goed contact van de tangen te verzekeren.
6.
Voorkom te allen tijde dat de twee tangen met elkaar in contact komen als
de acculader op het net is aangesloten.
7.
Indien de accu die u wilt gebruiken op permanente wijze op een voertuig is
geïnstalleerd, raadpleeg dan ook de handleiding voor gebruik en/of
onderhoud van het voertuig onder het trefwoord "ELEKTRISCH SYSTEEM"
of "ONDERHOUD". Het verdient de voorkeur om, voordat u met het opladen
begint, de positieve kabel van het elektrisch systeem van het voertuig los te
maken.
8.
Controleer de spanning van de accu voordat u hem aansluit op de acculader,
wij brengen u in herinnering dat 3 doppen kenmerkend zijn voor een accu
van 6 Volt, 6 doppen voor een van 12 Volt. In sommige gevallen kunnen er
twee accu's van 12 Volt aanwezig zijn, in dat geval is een spanning van 24
Volt nodig om beide in serie aangesloten accumulatoren op te kunnen
laden.
9.
Controleer de polariteit van de klemmen, positief symbool +, negatief
symbool -. Als deze symbolen niet waarneembaar zijn herinneren wij u
eraan dat de negatieve klem de klem is die direct op de carrosserie is
aangesloten.
2.0 BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
2.1
BESCHRIJVING
Dit apparaat is specifiek ontwikkeld voor gebruik in garages, het is een
elektronisch gestuurde acculader en startmiddel met constante spanning en
stroom. Geschikt voor het opladen van accu's die verzegeld zijn of accu's met vrije
elektrolyt met de volgende nominale spanningswaarden: 6, 12 en 24 Volt. De IU-
karakteristiek maakt het probleemloos opladen en het helpen bij het starten
mogelijk omdat de stroom en de spanning altijd onder controle worden gehouden.
De laadcapaciteit loopt van enkele Ampères - Uur (Ah) tot 200 Ah bij verschillende
spanningen, waardoor een breed scala aan accu's die op de markt zijn opgeladen
kunnen worden.
(NL) 2
NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis