Ottobock 1C68 Triton side flex Gebrauchsanweisung Seite 70

5.1.2 Basisopbouw
Basisopbouw TT
Benodigde materialen: goniometer 662M4, meetapparaat voor de hakhoogte
743S12, 50:50-mal 743A80, opbouwapparaat (bijv. L.A.S.A.R. Assembly 743L200 of
PROS.A. Assembly 743A200)
Monteer de prothesecomponenten en lijn ze uit in het opbouwapparaat zoals hieron­
der aangegeven:
Sagittaal vlak
Hakhoogte: effectieve hakhoogte (hakhoogte schoen – zooldikte voorvoet­
gedeelte) + 5 mm
De exorotatie van de voet mag maximaal 5° zijn. Anders kan de inversie/ever­
sie van de prothesevoet het afrolgedrag van de voet en de frontale kniestabili­
teit in de standfase beïnvloeden.
a-p-positionering van het midden van de prothesevoet ten opzichte van de
opbouwlijn:
Voetlengte [cm]:
22 t/m 25
26 t/m 28
29 t/m 30
Verbind de prothesevoet en de prothesekoker met de gekozen adapters.
Neem daarbij de gebruiksaanwijzing van de adapters in acht.
Bepaal met de 50:50-mal het midden van de prothesekoker. Positioneer de
prothesekoker zo, dat de opbouwlijn zich in het midden van de koker bevindt.
Kokerflexie: individuele stompflexie + 5°
Frontaal vlak
Opbouwlijn prothesevoet: tussen de grote teen en de tweede teen
Opbouwlijn prothesekoker: langs de laterale rand van de patella
Let op de abductie- of adductiestand.
Basisopbouw TF
► Neem ook de informatie uit de gebruiksaanwijzing bij het kniescharnier
in acht.
5.1.3 Statische opbouw
INFORMATIE
Frontale vlak, stand op heupbreedte: Bouw de prothese zo op, dat de
m-l eenheid zich in een neutrale stand bevindt (zie afb. 2). Zo kan de volle­
dige bewegingsruimte worden gebruikt voor de inversie en eversie.
70
Schematisch overzicht van de basisopbouw
Verplaatsing van het midden van de voet naar
voren ten opzichte van de opbouwlijn [mm]:
25
30
35