Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Operationele Werking; Dagelijkse Inspectie; Operationeel Back-Up Systeem - Jacobsen HR 4600 Turbo Betriebs- Und Sicherheitshandbuch

Rotary mower
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HR 4600 Turbo:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

4

OPERATIONELE WERKING

4.1

DAGELIJKSE INSPECTIE ___________________________________________________

VOORZICHTIG:
!
uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de motor is
stilgezet en alle vloeistoffen zijn afgekoeld. Laat de
maaieenheden op de grond neer, trek de parkeerrem
aan, schakel de motor uit en verwijder de contactsleu-
tel.
1.
Voer een visuele inspectie van de volledige machine uit.
Let daarbij op tekenen van slijtage, loszittende bevestig-
ingen en ontbrekende of beschadigde onderdelen. Con-
troleer op brandstof- en olielekken om er zeker van te
4.2

OPERATIONEEL BACK-UP SYSTEEM ________________________________________

1.
Het operationele back-up systeem voorkomt het starten
van de motor tenzij de parkeerrem is aangetrokken, de
tractiepedaal in de vrijstand en de kooischakelaar in de
UIT-stand staat. Het systeem stopt de motor ook indien
de bediener de bestuurdersplaats verlaat terwijl de
kooischakelaar in de AAN-stand staat, de maai- of hef-
pedalen NIET IN DE VRIJSTAND staan of de parkeer-
rem NIET IS AANGETROKKEN.
!
WAARSCHUWING
Bedien de machine nooit terwijl het operationele
back-up systeem is uitgeschakeld of niet goed
functioneert. Geen enkele schakelaar mag worden
onderbroken of geshunt.
2.
Voer alle onderstaande tests uit om te verzekeren dat
het operationele back-up systeem goed werkt. Stop
hiermee en laat het systeem inspecteren en eventueel
repareren ingeval een van de tests negatief is.
G d e motor start niet in test 1;
G de motor start tijdens tests 2, 3 of 4;
Test
Bedienner
gezeten
Ja
1
2
3
4
5
6
# Haal uw gewichtt van de zitting.
De dagelijkse inspectie mag
!
Controle back-up systeem bestuurder
Parkeerrem
Nee
Aan
Uit
#
#
De maaieenheden moeten binnen zeven (7) seconden met draaien stoppen.
OPERATIONELE WERKING
zijn dat de aansluitingen stevig vastzitten en de slangen
en leidingen in goede conditie verkeren.
2.
Controleer de brandstoftoevoer, het peil van het
radiateurkoelmiddel, de carterolie en de luchtfilter-
indicator. Alle vloeistoffen moeten het vol-streepje
bereiken wanneer de motor koud is.
3.
Zorg ervoor dat alle maaieenheden tot dezelfde
maaihoogte zijn afgesteld.
4.
Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
5.
Test het operationele back-up systeem.
G de motor blijft lopen tijdens tests 5 of 6.
3.
Raadpleeg bij iedere test onderstaande tabel en volg
de horizontale controlemarkeringen (✔). Tussen twee
tests moet de motor worden stilgezet.
Test 1: Vertegenwoordigt normale startprocedure. De
bediener is gezeten, met zijn voeten los van de pedalen, de
parkeerrem is aangetrokken, en de kooischakelaar staat in
de UIT-stand. De motor behoort te starten.
Test 2: De motor behoort niet te starten als de
kooischakelaar in de AAN-stand staat.
Test 3: De motor behoort niet te starten als de parkeerrem
NIET IS AANGETROKKEN.
Test 4: De motor behoort niet te starten als de maai- of
hefpedaal is ingedrukt.
Test 5: Start de motor op de normale manier, zet dan de
kooischakelaar in de AAN-stand en verhef u van de zitting.#
Test 6: Start de motor op de normale manier, ontspan dan
de parkeerrem en verhef u van de zitting. #
Maai/hefpedaal
Kooi-schakelaar
in vrijstand
Ja
Nee
Aan
Motor start
Uit
Ja
Nee
#
#
4
NL-13

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis