Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Handbediende Werking; Bijzondere Toepassingen - TORMATIC Powerswing Leitfaden Für Den Installateur

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Page 12
PowerSwing
Gids voor de installateur
3.4. INSTALLATIN VAN DE AANDRIJVINGEN
1. Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft
bepaald. In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel
nauwkeurig direct op de pilaster worden gelast (fig. 6). In het
geval van een gemetselde pilaster moet de speciale plaat
(optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7) worden gebru-
ikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen. Las de
beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat.
Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de
beugel perfect horizontaal is.
2. Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals
aangegeven op fig.8.
3. Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 5).
4. Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig.
9 ref. a.
5. Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 5.1).
6. Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9 ref. b.
7. Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig.10.
8. Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de
bijgeleverde pennen, zoals aangegeven op fig.11.
9. Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste
beugel op terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt
(fig.12).
10. Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten
(fig.12).
Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan
worden vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de
constructie van de poort worden aangebracht.
11. Ontgrendel de aandrijving (zie par. 5) en controleer met de
hand of de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan en
stopt tegen de mechanische eindaanslagen, en of de bewe-
ging van de vleugel regelmatig en zonder wrijvingen verloopt.
12. Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen
vanaf punt 8.
13. Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las
de beugel definitief.
Als het vanwege de constructie van de vleugel niet mogelijk
is de beugel te lassen, kan de speciale, met schroeven be-
vestigde beugel (optie) worden gebruikt. Gebruik hiervoor
geschikte bevestigingssystemen (fig. 13). Ga vervolgens
te werk zoals wordt beschreven voor de beugel die wordt
gelast.
Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigin-
gen in te vetten.
3.5. BEDRADING VAN DE AANDRIJVING
Aan de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor
aansluiting van de motor, de eventuele eindschakelaars en de
aarding van de aandrijving.
Voor de verbinding van de motor moet de bijgeleverde kabel
worden gebruikt voor het verplaatsbare gedeelte of anders
een verplaatsbare kabel voor buiten.
Doe het volgende voor de bekabeling van de motor:
1. Maak een van de twee voorgeperforeerde gaten in het
bijgeleverde deksel open, fig. 14. Bij aandrijvingen met eind-
schakelaars moeten beide gaten worden opengemaakt.
2. Monteer de bijgeleverde kabelklem.
3. Maak de verbindingen met de motor en de aarding, zie hier-
voor fig. 15 en de volgende tabellen.
PowerSwing
Pos.
Kleur
Blauw (Blank)
a
Bruin (Root)
b
Zwart (Zwart)
c
T
Geel / Groen (Groen)
4. Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven,
3.6. INGEBRUIKSTELLING
alvorens ingrepen op de installatie of op de aandrijving te ver-
richten moet de elektrische voeding worden afgekoppeld.
Volg de punten 10, 11, 12, 13 en 14 van de ALGEMENE VEILIGHEID-
Beschrijving
Gemeenschappelijke
Fase 1
Fase 2
Aarding
fig.16.
SVOORSCHRIFTEN nauwgezet op.
Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van fig. 3, en maak
de elektrische aansluitingen van de elektronische apparatuur en
de gekozen accessoires.
Houd de voedingskabels gescheiden van de bedienings- en
veiligheidskabels (sleutelschakelaar, ontvanger, fotocellen enz.).
Gebruik aparte buizen, om elektrische storingen in de besturing-
seenheid te vermijden.
1. Geef het systeem voeding en controleer de status van de leds
aan de hand van de tabel in de instructies van de elektroni-
sche apparatuur.
2. Programmeer de elektronische apparatuur volgens uw eisen,
aan de hand van de bijbehorende instructies.
4. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
• Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle acces-
soires die ermee verbonden zijn goed werken, en besteed vooral
aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen.
• Overhandig het boekje "Handleiding voor de gebruiker" en het
Onderhoudsblad aan de eindgebruiker.
• Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en
de manier waarop het gebruikt moet worden, uit.
• Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische
systeem mogelijk gevaar kan ontstaan.

5. HANDBEDIENDE WERKING

In het geval dat het automatische systeem met de hand moet
worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de
aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen:
1. Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschake-
laar (ook als de stroom is uitgevallen).
2. Schuif het beschermdeksel weg, fig.22/a.
3. Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig.22/b.
4. Til de bedieningshendel op, fig.22/c.
5. Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshen-
del 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem,
fig.22/d.
6. Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel
met de hand uit.
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en
mag de installatie niet elektrisch worden gevoed.
5.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
1. Zorg ervoor dat de voeding naar installatie is uitgeschakeld.
2. Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de
pijl in.
3. Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
4. Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel.
5. Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit,
om na te gaan of alle functies van het automatische systeem
correct zijn hersteld.
6. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant vei-
ligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene
controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name
aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen moet worden besteed.
In het boekje "Gebruikersgids" is een formulier voorgedrukt om
ingrepen te registeren.
7. REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere ingrepen, en mag zich uitsluitend tot gekwalificeerd en
geautoriseerd TORMATIC
-personeel of een erkend TORMATIC
®
servicecentrum wenden.
8. LEVERBARE ACCESSOIRES
Zie de TORMATIC
-catalogus voor de verkrijgbare accessoires.
®

9. BIJZONDERE TOEPASSINGEN

Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven
zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN.
-
®

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis