Uitvoeren van een functiecontrolemeting
(vervolg)
52
8. Druk op
om het gewenste niveau (level)
controleoplossing in de meter vast te leggen.
9. Als het resultaat binnen het toegestane bereik
ligt, worden afwisselend het woord "OK" en
het resultaat op de display weergegeven. Het
toegestane bereik (controlewaardenbereik)
staat op het etiket van de teststrokenflacon
vermeld. Als het resultaat buiten het toegestane
bereik ligt, worden afwisselend het woord "Err"
en het resultaat op de display weergegeven.
Verwijder de gebruikte teststrook en gooi deze
weg.