Bloedglucosemetingen op alternatieve plaatsen (AST) (vervolg)
22
4. Het teststrooksymbool en het knipperende
bloeddruppelsymbool verschijnen op de
display.
5. Druk de prikpen stevig op een vlezig deel van
de alternatieve prikplaats. Beweeg de prikpen
op en neer met een langzame, pompende
beweging om de doorstroming van het bloed
te bevorderen.