Uitvoeren van een functiecontrolemeting (vervolg)
of
50
3. Selecteer de
controleoplossing die u wilt
meten. Het niveau (level)
wordt later tijdens de meting
ingevoerd.
4. Plaats de meter op een
vlakke ondergrond, zoals
een tafel.
5. Verwijder de dop van het
flesje controleoplossing.
Veeg de punt van het flesje
controleoplossing goed af met
een tissue.