Gids Voor Het Plannen Van Plaatselijke Toepassingen - Mitsubishi Electric PAC-IF021B-E Bedienungshandbuch

Gids voor het plannen van plaatselijke toepassingen
* Deze FTC is voor de aansluiting van de omvormer van de Mr. Slim-buitenunit van MITSUBISHI ELECTRIC op locale toepassingen. Controleer het
volgende bij het plannen van locale toepassingen.
* MITSUBISHI ELECTRIC draagt geen verantwoordelijkheid voor het locale systeemontwerp.
Warmte-uitwisselaar
(1) Weerstandsdruk
Ontworpen druk van buitenunit is 4,15 MPa. Het volgende moet naar tevredenheid zijn voor salvodruk bij de te verbinden toepassing.
Salvodruk: Meer dan 12,45 MPa (3 keer meer dan de ontworpen druk)
(2) Prestatie
Maak de warmte-uitwisselaarcapaciteit vast die aan de volgende condities voldoet. Indien er niet wordt voldaan aan de condities, kan dit
resulteren in storingen veroorzaakt door de beschermingswerking of de buitenéénheid kan worden uitgezet door de beschermingswerking.
1. De verdampingstemperatuur is hoger dan 4°C in max. frequentiewerking onder *
2. In het geval van warm watervoorziening, is de condensatietemperatuur minder dan 58°C in max. frequentie werking met een buitentem-
peratuur van 7°C D.B./6°C W.B.
*1. Buiten: 35°C D.B./24°C W.B.
(3) Warmte-wisselaar interne capaciteit
De interne capaciteit van de warmtewisselaar moet binnen het hieronder vertoonde bereik liggen. Indien de warmtewisselaar onder de
minimumcapaciteit is verbonden, kan dit resulteren in terugstroming van de vloeistof of het niet werken van de compressor.
Indien de warmtewisselaar boven de maximumcapaciteit is verbonden, kan dit resulteren in verstoorde werking door gebrek aan koelvloei-
stof of oververhitting van de compressor.
Minimumcapaciteit: 10 × Modelcapaciteit [cm³] / Maximum capaciteit: 30 × Modelcapaciteit [cm³]
bijv. indien aangesloten op PUHZ-HRP 100 VHA
Minimum capaciteit : 10 × 100 =1000 cm³
Maximum capaciteit : 30 × 100 =3000 cm³
Modelcapaciteit
Maximum capaciteit [cm³]
Minimum capaciteit [cm³]
(4) Verontreinigingsonderhoud
1. Was de binnenkant van de warmtewisselaar om deze schoon te houden. Zorg dat u spoelt zodat er geen vloeimiddel achterblijft.
Gebruik geen reinigingsmiddel met chloor voor het wassen.
2. Zorg dat de mate van verontreiniging per éénheid kubieke inhoud van de warmteoverdrachtbuis minder is dan de volgende hoeveel-
heid.
Voorbeeld) In geval van [9,52 mm
Restwater: 0,6 mg/m, Restolie: 0,5 mg/m, Vast vreemd voorwerp: 1,8 mg/m
Thermistorstand
Zie 4.2.
Opmerking
• Installeer de hydraulische filter bij de waterinlaat.
• G ebruik inlaatwater met een temperatuur van minder dan 55 °C.
• Het water in een systeem moet schoon zijn en een pH-waarde hebben van 6,5-8,0.
• H ieronder volgen de maximum waarden;
Calcium : 100mg/L
Chloor: 100mg/L
Jzer/ mangaan: 0,5mg/L
• De diameter van de koelmiddelleiding van de buitenunit naar de koelmiddel-water WARMTEWISSELAAR (uitsluitend voor GESCHEIDEN type)
Gebruik een leiding met dezelfde diameter als van de koelmiddelleiding van de buitenunit. (Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
• De '5-6(IN3)' aansluiting op TB142 is voor de functie Geforceerde Comp. UITals de EXTERNE INVOER (contactsignaal). Door de opgave van
het niet-normale signaal van de waterpomp of het niet-normale verlaging van de hoeveelheid stromend water bij een spanningsloos contactsig-
naal zorgt ervoor dat de buitenunit geforceerd stopt. Zie voor meer informatie 4.5.1.
De snelheid van het water in de leidingen moet binnen bepaalde limieten worden gehouden zodat het materiaal niet gaat roesten en tegen
overmatig lawaai.
Weet en let erop dat de plaatselijke snelheden in kleine leidingen, bochten en soortgelijke obstructies de hierboven vermelde waarden kunnen
overstijgen.
bijv.) Koper : 1,5 m/s
• Wanneer u metalen leidingen aansluit die zijn gemaakt van verschillende materialen, is het belangrijk dat u de verbindingen isoleert en zo elek-
trolytische etsing voorkomt.
• Zet een veldsysteem op waarin de inlaatwatertemperatuur en de doorstroomsnelheid van het water kunnen liggen binnen het toegestane bereik
dat wordt vermeld in de technische gegevens, enz. Als de unit wordt gebruikt buiten het toegestane bereik, kunnen de onderdelen van de unit
beschadigd raken.
Waarschuwing:
• Gebruik schoon water dat voldoet aan de normen voor waterkwaliteit. Aantasting van de waterkwaliteit kan een defect systeem of lek-
kage tot gevolg hebben.
• Gebruik nooit iets anders dan water als middel. Dit kan brand of een explosie veroorzaken.
• Drink of kook niet met direct door de lucht naar water verwarmingspomp verwarmd of gekoeld water. Er bestaat gevaar dat dit uw
gezondheid aantast. Tevens bestaat het risico dat de warmtewisselaar voor het water roest als de benodigde waterkwaliteit voor het
systeem van de lucht naar water verwarmingspomp niet onderhouden kan worden. Als u het verwarmde of gekoelde water wilt ge-
bruiken voor deze doelen, neem dan maatregelen zoals een tweede warmtewisselaar binnen het waterleidingsysteem.
102
35 50 60
1050 1500 1800
350 500 600
1 de koelingklasse condities.
71 100 125
2130 3000 3750
710 1000 1250
140 200 250
4200 6000 7500
1400 2000 2500