Veiligheid Op De Werkplek; Transport En Opbergen - Husqvarna CS 2512 Bedienungsanweisung

Veiligheid op de werkplek

WAARSCHUWING! De veiligheidsafstand tot
!
alle bewegende onderdelen is minimaal 1,5
m. U bent verantwoordelijk dat er geen
dieren en toeschouwers binnen het
werkterrein zijn.
• Houd uw omgeving in de gaten om ervoor te zorgen dat u
de macht over de machine niet verliest door onverwachte
gebeurtenissen.
• Zorg ervoor dat niets/niemand in contact kan komen met
de snijuitrusting of door onderdelen kan worden geraakt
indien de kabel mocht breken.
• Beveilig het werkgebied met geschikte schermen als
gevaar bestaat dat stukken materiaal van het werkstuk af
worden geslingerd. Beveilig het gebied door het af te
zetten en zorg ervoor dat mensen of materiaal geen
schade oplopen.
• Verzeker u ervan dat zich op de werkplek of in het te
zagen materiaal geen leidingen of elektrische kabels
bevinden.
• Controleer of de elektrische leidingen binnen het
werkgebied stroomloos zijn.
• Verzeker u ervan dat het werkterrein voldoende verlicht is
om een veilige werkomgeving te creëren.
• Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zoals een gladde ondergrond.
Basistechniek
• Deze machine is ontworpen en bestemd voor het zagen
van beton, baksteen en andere steensoorten. Elk ander
gebruik is incorrect.
• Deze machine is bedoeld voor gebruik in combinatie met
een Husqvarna PP 455E of een apparaat aangesloten op
een Husqvarna RC 455. Alle andere toepassingen zijn
verboden.
• De machine is bedoeld voor gebruik in industriële
toepassingen door ervaren operators.
• Wijzig de veiligheidsmiddelen nooit. Controleer
regelmatig of ze naar behoren functioneren. De machine
mag niet worden gebruikt met defecte of niet
gemonteerde beschermingen.
• Controleer altijd of de beschermkap juist is aangebracht
voor u de machine start. Zaag nooit zonder gebruik van de
beschermer.
• Gebruik nooit versleten of beschadigde kabel.
• Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen kabel.
Zie de instructies in de paragraaf "Technische gegevens".
• Zaag nooit zonder gebruik van het koelwater. Een
onvoldoende gekoelde kabel kan leiden tot oververhitting
van de segmenten, hetgeen resulteert in grotere slijtage.
In het ergste geval kunnen segmenten losraken van de
kabel en letsel veroorzaken bij personen in de omgeving
van de zaag.
• Controleer of alle koppelingen, aansluitingen en
hydraulische slangen heel zijn.
8 –
Dutch
BEDIENING
• Zorg dat de hydraulische slangen en koppelingen niet vies
worden. Verwaarloos de verzorging van de slangen niet.
• Gebruik geen slangen die vervormd, versleten of
beschadigd zijn.
• Controleer of de slangen op de juiste manier op de
machine zijn aangesloten en of de hydraulische
koppelingen naar behoren vastzitten voor het hydraulisch
systeem onder druk wordt gezet. De koppelingen worden
vergrendeld door de buitenhuls van de
vrouwtjeskoppeling zo te draaien dat de gleuf van de
kogel af komt.
• Controleer machine, koppelingen en hydraulische
slangen dagelijks op lekkage. Een lek of explosie kan
leiden tot een "olie-injectie" in het lichaam of ander ernstig
lichamelijk letsel.
• Koppel nooit hydraulische slangen los zonder dat u eerst
het hydraulisch aggregaat hebt uitgezet en de motor
helemaal is gestopt.
• Overschrijd niet de aangegeven oliestroom of druk voor
het gereedschap dat u gebruikt. Te hoge druk of stroom
kan een explosie veroorzaken.
• Bij gebruik van hydraulisch gereedschap op of vlakbij
elektrische leidingen moeten slangen worden gebruikt,
die gemerkt en goedgekeurd zijn als "niet elektrisch
geleidend". Gebruik van andere slangen kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden.
• Bij vervangen van de slangen moeten slangen, gemerkt
'niet elektrisch geleidend", worden gebruikt. De slangen
moeten regelmatig volgens speciale instructies worden
gecontroleerd op elektrische geleidingsisolatie.
• Schakel het hydraulische systeem in totdat dit de
bedrijfstemperatuur van 30°C heeft bereikt voordat u de
zaag start. Dit beperkt de retourdruk en andere slijtage.
• Let erop dat u tijdens het werken altijd op een veilige en
stabiele ondergrond staat.
• Voor het zagen moeten alle sneden, die moeten worden
gemaakt, duidelijk worden aangegeven en gepland, zodat
ze zonder gevaar voor mens of machine kan worden
gemaakt.
• Laat de machine nooit zonder toezicht met draaiende
motor achter.
• Gebruik de zaag nooit in een situatie waarbij u de
noodstopknop op de hydraulische unit of de stopknop op
de afstandsbediening niet binnen handbereik hebt. Zie de
handleiding van de hydraulische unit.
• Zorg er altijd voor dat er nog iemand aanwezig is wanneer
u de machines gebruikt, zodat u om hulp kunt roepen
mocht een ongeluk plaatsvinden.
• Wees voorzichtig met tillen. U gaat om met zware delen,
wat risico van beknelling en ander letsel inhoudt.

Transport en opbergen

• Zet de apparatuur tijdens vervoer goed vast om
transportschade en ongelukken te voorkomen.
• Schakel altijd de stroom naar de hydraulische aggregaat
uit en koppel de slangen naar de zaagunit los voordat u de
apparatuur verplaatst.
• Sla de apparatuur op in een afsluitbare ruimte zodat het
buiten het bereik is van kinderen en onbevoegde
personen.