Voorzichtig
Bij het aansluiten dienen de voorschriften van de
▪
plaatselijke energiebedrijven alsmede de bepa‐
lingen conform VDE 100 voor natte en vochtige
ruimten in acht te worden genomen.
Gebruik de besturing uitsluitend in droge ruimt‐
▪
en.
Gebruik uitsluitend ongewijzigde originele onder‐
▪
delen van de besturingsfabrikant.
Houd personen uit de buurt van het bewegings‐
▪
gebied van de installaties.
Houd kinderen uit de buurt van besturingen.
▪
Neem de bepalingen in acht die specifiek voor uw
▪
land van toepassing zijn.
Wanneer de installatie door één of meerdere ap‐
▪
paraten wordt bestuurd, dan moet het bewe‐
gingsgebied van de installatie gedurende de be‐
diening zichtbaar zijn.
Voor het aansluiten van stuurkabels (veilige laag‐
▪
spanningen) mogen uitsluitend leidingtypes met
voldoende doorslagvastheid worden gebruikt.
Beschadig of bekras het zonnecelpaneel niet.
▪
Oefen nooit druk op de fotovoltaïsche cellen uit.
▪
Breng nooit iets aan op het zonnecelpaneel, bijv.
▪
verf.
58
Veiligheidsaanwijzingen